2.2 Flashcards

1
Q

Wat is de functie van de rechtsstaat?

A

Burgers beschermen tegen de macht en willekeur van de overheid

De rechtsstaat garandeert dat de overheid zich aan de wet houdt en dat burgers rechten hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een sociaal contract?

A

Burgers én de overheid accepteren hun rechten en plichten

Dit contract vormt de basis voor de samenwerking tussen burgers en de overheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem de vijf beginselen van de rechtsstaat.

A
  • Het beginsel van grondrechten
  • De wetten zijn democratisch
  • Het legaliteitsbeginsel
  • Het beginsel van de trias politica
  • Onafhankelijke rechtsspraak

Deze beginselen zijn essentieel voor de werking van een rechtsstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat legt de Grondwet vast?

A
  • Fundamentele rechten van burgers
  • Begrenst de macht van de staat
  • Organisatie van de machtsorganen van de staat
  • Drukt de eenheid van de natie uit

De Grondwet is een belangrijk document dat de basis vormt voor de democratische rechtsstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In welk jaar kreeg onze moderne democratie vorm?

A

1848

Dit jaar markeert de invoering van belangrijke democratische veranderingen in Nederland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn klassieke grondrechten?

A

Grondrechten die de overheid moet garanderen

De overheid heeft een passieve rol en deze rechten zijn juridisch afdwingbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem vier voorbeelden van klassieke grondrechten.

A
  • Gelijkheidsbeginsel (Art. 1)
  • Kiesrecht (Art. 4)
  • Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging (Art. 6)
  • Vrijheid van meningsuiting (Art. 7)

Deze rechten zijn essentieel voor de bescherming van individuele vrijheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn sociale grondrechten?

A

Grondrechten waarbij de overheid een zorgplicht heeft

Deze rechten zijn niet afdwingbaar bij de rechter en vereisen een actieve rol van de overheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem drie voorbeelden van sociale grondrechten.

A
  • Werkgelegenheid en vrije keuze van arbeid (Art. 19)
  • Bestaanszekerheid en welvaart (Art. 20)
  • Onderwijs (Art. 23)

Sociale grondrechten zijn gericht op het welzijn van de burgers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent ‘Behoudens ieders verantwoordelijk voor de wet’?

A

Vrijheidsrechten van de ene burger mogen niet leiden tot vrijheidsbeperkingen van een andere burger

Dit principe benadrukt de wederkerigheid van rechten en verantwoordelijkheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar gaat het voorbeeld van de politieke partij die discriminatoire uitlatingen doet over?

A

Botsende grondrechten

Dit voorbeeld laat zien hoe vrijheid van meningsuiting kan botsen met andere grondrechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar gaat het voorbeeld van het roddelblad dat privé-aangelegenheden publiceert over?

A

Botsende grondrechten

Dit voorbeeld illustreert de spanning tussen persvrijheid en het recht op privacy.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vul in: Klassieke grondrechten vereisen een _______ rol van de overheid.

A

passieve

Deze grondrechten zijn juridisch afdwingbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vul in: Sociale grondrechten vereisen een _______ rol van de overheid.

A

actieve

Deze grondrechten zijn gericht op het bevorderen van sociale voorzieningen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly