2.1 celdeling Flashcards
Tekening
1 Monomeer => 2 polymeer =>3 nucleosoom=> 4 chromatine => 5 chromosomen
Functie/nut van DNA
opslag genetisch materiaal van de organismen
-instructies voorzien om aminozuren in een bepaalde volgorde in proteïnen te zetten.
-verdubbelen en verdelen van zichzelf (DNA) (voor celindeling)
Ruimtelijke structuur RNA
1 nucleotideketen, enkelstrengig
-basen A (denine)-U(racil) en C (ysotine) - G(uanine); T (hymine) is vervangen door U(racil)
Functie/nut van RNA
-decoderen van het DNA, boodschapper (mrna)
-belangrijk bij eiwitsynthese (trna)
-aminozuren transporteren (trna)
Euchromatine
actief, los DNA klaar voor gebruik
Heterochromatine
inactief strak opgerold, niet gebruikt
GEN
opeenvolging van nucleotiden
Chromatine
Een keten DNA dat rondom histonen is gedraaid. Histonen zijn eiwitten
Chromosoom
Is een structuur bestaande uit één of 2 gecondenseerde chromatinevezels
syndroom van down
Karyotype: 47+ 21 (XY OF XX)
XXY syndroom (Klinefelter)
Karyotype: 47, xxy
Turner syndroom
Karyotype: 45, XO