201-300 Flashcards
208
Josh koopt een krant in de winkel.Hij koopt ook……
Josh buys a paper in the store.He buys also…….a book.
ANSWER: EEN BOEK.
210
Julio gaat verhuizen.Hij moet…….
Julio goes move out.He must…….inpakken.
ANSWER: INPAKKEN.
(Pronounce little bit off)
215
Karl gaat met zijn dochter naar de dierentuin.Ze kijken naar…..
Karl goes with his daughter to the zoo.They look at……..the monkeys.
ANSWER: DE APEN.
(Don’t forget DE)
216
Katya volgt een opleiding.Ze wil…..
Katya follows a course.She wants…..a good job.
ANSWER: EEN GOEDE BAAN.
(You forgot the answer)
219
Kenji rookt al twintig jaar sigaretten.Dat is…..
Kenji smokes already twenty years cigarettes.That is…..not good.
ANSWER: NIET GOED.
(You forgot the answer)
222
Kevin heeft huiswerk.Hij moet veel…..
Kevin has homework.He most lot……..learn.
ANSWER: LEREN.
(You forgot the meaning of the word homework.Work from school)
225
Khalid is visser.Na het werk is hij vaak…..
Khalid is Fisherman.After work is he often…….tired.
ANSWER: MOE.
229
Laila moet elke dag vroeg opstaan.Soms is ze…..
Laila must every day early get up.Sometimes is she……tired.
ANSWER: MOE.
237
Leon speelt gitaar.Hij doet dat……
Leon plays guitar.He does that…….every day.
ANSWER: ELKE DAG.
244
Ling wil iets eten.Ze eet liever geen……
Ling wants something eat.She eats rather not……Chicken.
ANSWER: KIP
(It was meat….vlees, bus we changed it)
246
Liyen gaat vanavond koken.Ze gaat eerst….
Liyen goes tonight cook.She goes first……to the supermarket.
ANSWER: NAAR DE SUPERMARKT.
247
Lizzy en haar moeder gaan met het vliegtuig.Lizzy vind dat……..
Lizzy and her Mother go with the airplane.Lizzy finds that…..exciting.
ANSWER: SPANNEND.
254
Mag ik jou brommer lenen?Mijn brommer is…..
May i borrow your moeder?
My moped is…..broken.
ANSWER: KAPOT.
( answer Gebroken was wrong)
256
Maja maakt soep.De soep is……
Maja makes soup.The soup is……tasty.
ANSWER: LEKKER.
262
Marco is ziek.Hij belt……
Marco is sick.He calls……the doctor.
ANSWER: THE DOKTER.
(Pronounce needs improvement, you speak dokter more like English)