0-100 Flashcards
6
Abdul stuurt zijn familie elke week een e-mail.Hij schrijft dan over ……
Abdul sinds his family every week an e-mail.He writes then about……his study.
ANSWER: ZIJN STUDIE.
(Pronounce UU instead of OE
12
Alec gaat naar school.Hij wil graag……
Alec goes to school.He wants gladly…….study.
ANSWER: STUDEREN.
17
Ali werkt in een fabriek.Hij wil……
Ali works in a factory.He wants…..a new job.
ANSWER: EEN NIEUWE BAAN.
19
Amel sport graag.Sporten is……
Amel does sport gladly.Sport is……healthy.
ANSWER: GEZOND.
30
Aziz loopt elke dag.Hij loopt naar…..
Aziz walks every day.He walks to……his work.
ANSWER: ZIJN WERK.
(Don’t forget “ZIJN”)
43
Caro gaat vaak met de bus naar school.Soms gaat ze…..
Caro goes often with the bus to school.Sometimes goes she…..with the bike.
ANSWER: MET DE FIETS.
(You answered met de train, it’s Only correct if you say “ MET DE TREIN)
46
Chris neemt zijn pillen.Hij heeft pijn in zijn……
Chris takes polls.He has pain in his……foot.
ANSWER: VOET.
(You answered “rug”, don’t do that, we changed it)
50
Claire leert Nederlands.Ze vind Nederlands…..
Claire learns Dutch.She finds Dutch……difficult.
ANSWER: MOEILIJK.
70
De dokter praat met Sofia.De dokter geeft Sofia……..
The doktor talks with Sofia.The doctor gives Sofia…..medicine.
ANSWER: MEDICIJNEN
72
De kinderen lezen samen.In het boek staat……
The children read together.In the book stands…….a story.
ANSWER: EEN VERHAAL.
80
De zoon van Samira gaat naar school.Samira vind dat…..
The son of Samira goes to school.Samira find that……exciting.
ANSWER: SPANNEND
(Don’t forget the “T” at the end of the word.
84
Dimitri werkt in een garage.Hij maakt……
Dimitri works in a garage.He makes….cars
ANSWER: AUTO’S
(You said “auto”, it must be auto’s.
88
Een mug heeft mij geprikt.Nu krijg ik….
A musquito has me bitten.Now get i…….a bump.
ANSWER: EEN BULT.
( You said jeuk, we avoid that word)
96
Esma wil lerares worden.Zij gaat……
Esma wants teacher become.She goes……study.
ANSWER: STUDEREN.
(We changed it to study)
98
Fanya is op de markt.Ze zoekt……
Fanya is at the market.She seeks……vegetables.
ANSWER: GROENTE.
(You pronounce groentee, must be groente)