2 wetten van mendel Flashcards
wat is de geschiedenis van Gregor Mendel ?
Hij studeerde initieel filosofie en vervolgens fysica en botanica. vervolgens werd hij als monnik in het klooster van Moravie toegelaten. In 1868 werd hij benoemd tot abt en staakte zijn wetenschappelijke activiteiten. Hij overleed in 1884.
wie ligt er aan de basis van de hedendaagse genetica ?
Gregor Mendel
hoe komt het dat Mendel wel slaagde in zijn experiment en andere wetenschappers niet ?
- de selectie van een geschikt proefmodel namelijk de tuinerwet ( Pisum sativum), deze heeft een korte generatietijd en levert veel nakomelingen op.
- hij selecteerde een 7tal variabele kenmerken die gemakkelijk te onderscheiden zijn.
- Mendel koos voor varieteiten die zo weinig mogelijk en in duidelijk definieerbare vormen verschilden.
- hij selecteerde stabiele kenmerken en trachtte te vertrekken van zuivere rassen.
- Bij de tuinerwt is het mechanisme van kruisbestuiving ipv. zelfbestuiving mogelijk.
- De hybriede planten die resulteerde uit de kruisingen bleven, vruchtbaar.
wat zijn monohybride kruisingen?
zijn kruisingen met individuen die verschillen in 1 kenmerk.
hoe wordt de parentale generatie genoemd en de resulterende generatie ?
originele parentale generatie: P1 generatie resulterende generatie(s): F1 , F2 , F3 ,... (filiatio)
welke conclusies kunnen getrokken worden uit alle monohybride kruisingen?
1) De resultaten van wederkerige kruisingen zijn identiek.
2) De planten van de F1-generatie zijn allemaal identiek en gelijk aan 1 van de parentale stammen.
3) Na zelfbestuiving van de F1-generatie worden beide parentale vormen terug gevonden en wel in een verhouding van 3:1
factoren ?
Erfelijke kenmerken worden bepaald door factoren die in paar voorkomen.
allelen?
Zijn de vormen van een factor.
waarom zijn alle 1ste generatieplanten identiek ?
wanneer 2 verschillende factoren voorkomen voor een uniek kenmerk, komt 1 van beide tot expressie hetgeen het dominante kenmerk wordt genoemd. Het recessieve kenmerk komt slecht tot expressie als het dominante niet aanwezig is.
waarom is er in de 2de generatie een 3:1 verhouding?
om alle theoretische combinaties van allelen bij een kruising te bekijken kan een Punnet viekant opgemaakt worden. Deze geeft de verhouding weer tussen de verschillende kenmerken die men kan verwachten als beide allelen even frequent worden doorgegeven aan de volgende generatie.
geef de eerste wet van mendel
Is de segregatie wet of splitsingswet: Allelen splitsen en segregeren willekeurig.
wat is een test kruising?
om snel duidelijkheid te krijgen of het individu homozygoot of heterozygoot is voor een kenmerk gaat men deze kruisen met een individu dat recessief is voor dat kenmerk. Als de nakomelingen in een 4:0 verhouding aanwezig zijn is het individu homozygoot. als men een 1:1 verhouding krijgt is het individu heterozygoot.
wat is een dihybride kruising?
Hierbij worden individuen die verschillen in 2 kenmerken met elkaar gekruist.
Welke resultaten kunnen worden waargenomen bij een dihybride kruising ?
- Alle F1 individuen hebben hetzelfde fenotype
- Na zelfbestuiving van de F1 generatie worden 4 verschillende fenotypes waargenomen die in een verhouding 9:3:3:1 voorkomen. dit kon men theoretisch verwachten indien beide kenmerken onafhankelijk van elkaar overerven.
geef de 2de wet van mendel
wet van onafhankelijke segregatie: paren van allelen segregeren onafhankelijk.