2. voeding dankzij chemie Flashcards

1
Q

uit wat zijn koolhydraten opgebouwd

A

koolstof, waterstof en zuurstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de functie van koolhydraten

A

het is een energiebron, directe energie
het is ook een bouwsteen, cellulose zorgt voor de stevigheid van de celwand van planten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar komen koolhydraten voor

A

fruit, fruitsap, pompoen, brood, rijst, pasta, aardappelen, melk, yoghurt, ….

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

uit wat bestaat een koolhydraad

A

monosacharide, disacharide en polysachariden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een monosacharide en welke onderverdelingen heeft het

A

snelle suikers
1 sacharide
- galactose (1 galactose)
- fructose (1 fructose)
- glucose (1 glucose)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een disacharide en welke onderverdelingen heeft het

A

snelle suikers
2 sachariden
- maltose (2 glucose)
- lactose (galactose, glucose)
- sacharose (fructose, glucose
om deze enzymen af te breken heb je een enzym nodig dat eindigt op -ase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een polysacharide en welke onderverdelingen heeft het

A

trage suikers
meer dan 10
-zetmeel
- cellulose
- glycogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de functie van vetten/ lipiden

A

het is een energiebron en belangrijk voor het lichaam
het is een bouwsteen, fosfolipiden zijn de bouwstenen van de celmembranen
isolatie, onderhuids vet beschermt je tegen de kou

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar komen vetten/ lipiden voor

A

melk, boter, kaas, pudding, vis, vlees, noten, olijfolie, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

uit wat zijn vetmoleculen opgebouwd?

A

glycerol en vetzuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn verzadigde vetten

A

dit bevat verzadigde vetzuren en komt voor in dierlijke producten dus maken we zelf aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn onverzadigde vetten

A

bevat onverzadigde vetzuren en komt voor in plantaardige producten dus maken we niet zelf aan –> eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de functie van eiwitten/ proteïnen

A

energiebron, als er een tekort aan koolhydraten en vetten is verbrand ons lichaam eiwitten
bouwstenen, cellen en weefsels bestaan eruit
verdedigen, immunoglobinen vallen lichaamsvreemde stoffen aan
transport, hemoglobine vervoert zuurstofgas naar alle cellen
metabolisme, insuline regelt de suikerspiegel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waar komen eiwitten/ proteïnen voor

A

melk, yoghurt, kaas, pudding, vis, vlees, eieren, granen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

uit wat zijn eiwitmoleculen opgebouwd

A

aminozuren (heel veel kleine bouwstenen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de aminozuren

A

essentiële zijn er 9: niet zelf maken, eten
niet-essentiële zijn er 11: zelf maken, geproduceerd uit andere aminozuren

17
Q

waarvoor staan de E-nummers

A

ze tonen aan dat de stof gecontroleerd is door wetenschappers en dat er bij normaal gebruik geen problemen zullen zijn