1.labels lezen Flashcards

1
Q

wat moeten labels/ etikketen verplicht vermelden?

A
  1. verkoopbenaming
  2. bewaarvoorschriften en gebruiksvoorwaarden
  3. gevaarsymbolen
  4. ingrediëntenlijst
  5. gegevens van de producent
  6. nettohoeveelheid
  7. lotnummer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat breken proteasen af

A

proteïnen / eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat breken amylasen af

A

zetmeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat breken lipasen af

A

vetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat staat er op neutrale labels

A
  1. verkoopsbenaming (merk)
  2. ingrediëntenlijst
  3. minimale houdbaarheidsdatum
  4. bewaarvoorschriften en gebruiksvoorwaarden
  5. voedingswaarden of nutritionele waarde
  6. RI of referentie-inname
  7. nettohoeveelheid
  8. gegevens van de producent
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat geeft de voedingswaarde weer

A

hoeveel energie en voedingsstoffen of nutriënten het voedingsmiddel bevat per 100 g of 100 ml

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de essentiële voedingsstoffen

A
  • koolhydraten (zetmeel en suikers)
  • vetten (lipiden)
  • proteïnen (eiwitten)
  • voedingsvezels
  • vitamines
  • mineralen
  • water
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

formule referentie - inname in %

A

hoeveel energie of voedingsstoffen zit er in het product/ totale behoefte *100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een voedingsmiddel

A

dat bestaat uit voedingsstoffen en is het gene wat je opeet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is een voedingsstof en uit wat bestaat het

A

dit zijn bouwstenen voor een voedingsmiddel maar is het niet altijd. het bestaat uit reservestoffen, brandstoffen, bouwstenen en beschermende stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

uit wat bestaan voedingsstoffen

A

reservestoffen, brandstoffen, beschermende stoffen en bouwstenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uit wat bestaan reservestoffen

A

vetten en koolhydraten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

uit wat bestaan brandstoffen

A

vetten, koolhydraten en eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

uit wat bestaan bouwstoffen

A

vetten, water, eiwitten, vitaminen en mineralen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

uit wat bestaan beschermende stoffen

A

vezels, vitaminen en mineralen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly