2. Les mots les plus fréquents (101-200) Flashcards
1
Q
mooi
A
beau (= joli)
2
Q
kennen
A
connaître
3
Q
worden
A
devenir
4
Q
lucht
A
de l’air
5
Q
een woord
A
un mot
6
Q
een nacht
A
une nuit
7
Q
voelen / ruiken
A
sentir
8
Q
water
A
de l’eau
9
Q
oud
A
vieux
10
Q
minder
A
moins
11
Q
(vast)houden
A
tenir
12
Q
hier
A
ici
13
Q
begrijpen
A
comprendre
14
Q
teruggeven
A
rendre
15
Q
jou (met jou)
A
toi (avec toi)
16
Q
twintig
A
vingt
17
Q
sinds
A
depuis
18
Q
wachten
A
attendre
19
Q
naar buiten gaan
A
sortir
20
Q
een vriend
A
un ami
21
Q
te veel
A
trop (de)
22
Q
een deur
A
une porte
23
Q
welk
A
quel, lequel
24
Q
elk
A
chaque, chacun
25
de liefde
l’amour
26
tijdens
pendant
27
al
déjà
28
een voet
un pied
29
zoveel
tant
30
de mensen
les gens
31
omdat
parce que
32
een naam
un nom
33
leven
vivre
34
terugnemen
reprendre
35
binnengaan
entrer
36
dragen
porter
37
een land
un pays
38
de hemel
le ciel
39
voor
avant
40
een broer
un frère
41
een blik
un regard
42
zoeken
chercher
43
een ziel
une âme
44
een kant
un côté
45
de dood
la mort
46
terugkomen
revenir
47
zwart
noir
48
nu
maintenant
49
nieuw
nouveau
50
een stad
une ville
51
een straat
une rue
52
eindelijk
enfin
53
roepen, opbellen
appeler
54
een avond
un soir
55
een kamer
une chambre
56
sterven
mourir
57
weggaan, vertrekken
partir
58
vijf
cinq
59
een geest
un esprit
60
de zon
le soleil
61
laatste
dernier
62
gooien, werpen
jeter
63
tien
dix
64
een koning
un roi
65
een staat
un état
66
het lichaam
le corps
67
veel
beaucoup
68
volgen
suivre
69
een arm
un bras
70
schrijven
écrire
71
wit
blanc
72
tonen
montrer
73
vallen
tomber
74
een (zit)plaats
une place
75
opendoen
ouvrir
76
een partij
un parti
77
genoeg, voldoende
assez
78
hun
leur
79
duur
cher
80
een jaar
une année
81
ver
loin
82
een punt
un point
83
een gezicht
un visage
84
lawaai
du bruit
85
een letter / een brief
une lettre
86
de bodem
le fond
87
de sterkte, de kracht
la force
88
stoppen, ophouden
arrêter
89
verliezen
perdre
90
beginnen
commencer
91
geen enkele
aucun
92
stappen
marcher
93
in het midden van
au milieu de
94
een idee
une idée
95
bijna
presque
96
ergens anders
ailleurs
97
het werk
le travail
98
het licht
la lumière
99
lang
long
100
alleen maar
seulement
