2. huisartsen en ziekenhuizen Flashcards
(G)MD =
= (Globaal) medisch dossier
= alle informatie die over de patient bekend is samengebracht in 1 dossier
- laten beheren door 1 huisarts
hoelang moet een medisch dossier bewaard blijven?
30 jaar
nadelen GMD = (2)
- patient is gebonden aan 1 arts/groepspraktijk
2. privacy probleem?
voordelen GMD = (5)
- arts krijgt globaler beeld en kan patient efficienter opvolgen (geen onnodige/dubbele oz etc)
- financieel voordeliger voor patient
- makkelijkere communicatie bij doorverwijzing
- arts krijgt vergoeding van RIZIV voor beheer v GMD
- GMD is voorwaarde voor het opstarten v/e zorgtraject
(GMD+) =
GMD met preventiemodule
preventiegesprek voor mensen tussen 45-75 jr
EMD =
= elektronisch medisch dossier
= medische patientengegevens in digitale vorm bewaard
sumehr =
= summarized medical electronic health record
= dossier bevat de minimale gegevens die een arts nodig heeft om de gezondheidstoestand v een patient snel in te schatten
(vaccinaties, medicatie, allergieën etc)
nomenclatuur =
= een gecodeerde lijst met geneeskundige prestaties die geheel of gedeeltelijk vergoed worden door de verzekering voor geneeskundige verzorging
-> Belgie : ‘fee for service’
geconventioneerde artsen=
= gekozen om de ‘officiële’ tarieven (nomenclatuur) te volgen
(= aanbieden v/e democratisch, laagdrempelig, betaalbaar gezondheidssysteem aan burger)
gedeconventioneerde artsen =
gaan niet akkoord met de officiele tarieven van het RIZIV.
gedeeltelijk geconventioneerd =
= deze artsen volgen tijdens bepaalde uren het RIZIV
tarief, en tijdens andere uren niet.
-> Deze artsen moeten hun uurrooster uithangen in de
wachtzaal.
geaccrediteerde artsen =
- accreditering = regelmatige bijscholing
= kunnen toeslag vragen aan de patiënt, bovenop het RIZIV tarief (wordt achteraf terugbetaald door het ziekenfonds)
= garanderen v kwalitatief hoogstaande dienstverlening
aan welke voorwaarden moeten artsen voldoen om geaccrediteerd te worden? (4)
- regelmatige bijscholing volgen
- per patient een dossier bijhouden
- regelmatig deelnemen aan bijscholingsactiviteiten vd Lokale Kwaliteitsgroepen (LOK)
- een minimun aantal patientencontracten hebben
honorarium =
= prijzen vd verstrekking vd gezondheidszorg
= deel door de mutualtiteit (derde betaler), deel voor de patient (remgeld)
= bepaalt per nomenclatuurnummer
conventie =
= officiële (prijs)afspraken tussen mutualiteit en RIZIV-belangengroepen (beroepsverenigingen)
remgeld =
= eigen te betalen aandeel
omdat we de zorg niet willen afremmen..?
Regel vd derde betaler (RDB)=
= patient betaalt enkel het remgeld. Mutualiteit betaalt rechtstreeks aan zorgverlener. (ipv ook honorarium voorschieten)
-> behoedt patienten voor hoge medische kosten
(zorgverlener kan kiezen om via dit systeem te werken voor alle patiënten)
zorgverlener MOET kiezen voor de derdebetalersregeling in bepaalde situaties (2)
- bij patienten met verhoogde tegemoetkoming bij huisarts (niet bij ziekenhuisbezoeken)
- bij patienten met een chronische aandoening
getuigschrift voor verstrekte hulp =
= hiermee kan de patient vh ziekenfonds terugbetaling vd medische verzorging krijgen
= elektronisch of papieren getuigschrift
WGC =
= wijkgezondheidscentrum
= multidisciplinaire gezondheidszorg (min. huisarts, verpleegster en andere discipline, bv kine).
-> pat hoeven in deze centra geen remgeld te betalen -> financiele drempel ligt lager
-> aanvaarden enkel pat die in hun werkingsgebied wonen
FAGG =
federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten
FAGG zorgt voor kwaliteit, veiligheid en doeltreffendheid van: (3)
- geneesmiddelen voor mensen en diergeneeskundig gebruik
- gezondheidsproducten (grondstoffen, hulpmiddelen etc)
- handelingen met bloed, weefsel en cellen als gezondheidsproduct
algemeen onderscheid geneesmiddelen: (2)
- verkrijgbaar zonder voorschrift
2. enkel verkrijgbaar met voorschrift
soorten geneesmiddelen = (4)
- magistrale geneesmiddelen/ bereidingen
- merkgeneesmiddelen (referentiegeneesmiddelen)
- generische geneesmiddelen
- kopiegeneesmiddelen
magistrale geneesmiddelen =
= gm die door de apotheker zelf bereid worden
merkgeneesmiddelen/ referentiegeneesmiddelen =
= ‘originele gm’
= gm waarvan het actieve bestanddeel minstens 20 jaar door een patent beschermd wordt
-> in deze periode firma exclusieve recht om gm te verspreiden
generische geneesmiddelen =
= ‘witte producten’
= als het patent op originele gm vervallen is, dan kunnen andere bedrijven het product namaken en verkopen onder een andere naam
= vaak veel goedkoper (minstens 20%)
kopie-geneesmiddel =
= deze gm worden afgeleid vh origineel
- sterkte, vorm en toedieningswijze hoeven niet hetzelfde te zijn
(even duur als generische gm)
a priori controle =
= Terugbetaling (v gm) op voorwaarde van VOORAFgaandelijke goedkeuring
-> bv gm die niet in Belgie geregistreerd zijn en door de apotheek moeten worden ingevoerd.
a posteriori controle =
Dit zijn geneesmiddelen waarbij ACHTERAF
gecontroleerd wordt of aan de voorwaarden
voor terugbetaling voldaan is.
betalingssysteem perfusievloeistoffen en radio-isotopen =
= terugbetaalbaar zonder vereisten
categorieën v therapeutische waarde (en tegemoetkoming) =
- Cat. A = 100% tegemoetkoming bij stand. verzekerde
- Cat. B = 75% (incl remgeld maximum)
- Cat. C = 50% (incl remgeld maximum)
- Cat. CS = 40% (geen max. remgeld)
- Cat Cx = 20% (geen max. remgeld)
referentieterugbetaling =
= terugbetaling v/e origineel gm wordt verminderd als er een goedkopere versie v deze specialiteit bestaat
-> bij generische - en kopie geneesmiddelen
voorschrift op stofnaam (VOS) =
= de mogelijkheid om gm op ‘algemene benaming’ voor te schrijven
- > arts vermeldt dan actieve bestanddeel ipv merknaam
- > pat krijgt voordeligste middel
farmanet =
= databank met gegevens over de farmaceutische
verstrekkingen door openbare apotheken en die opgenomen zijn in de verplichte ziekteverzekering.
doel Farmanet =
= de voorschrijver te informeren over zijn
voorschrijfgedrag en deze de mogelijkheid te bieden om dit te vergelijken met het voorschrijfgedrag v collega’s.
Gedeeld Farmaceutisch dossier =
= apothekers kunnen via dit dossiers nagaan welke medicatie de patient neemt
- > nagaan tegengestelde werkingen e.d.
- > verhoogt veiligheid, vermijdt dubbele inname en vermijd misbruik
taken ziekenfonds (3)
- terugbetaling v medische kosten
- uitkeringen geven in geval v arbeidsongeschiktheid
- info verschaffen en gezondheidsvragen beantwoorden
wettelijke terugbetalingen =
wat en hoeveel er wordt terugbetaald wordt bepaald door het RIZIV
bijkomende terugbetalingen =
= Wat er bijkomend terugbetaald wordt, wordt bepaald door de ziekenfondsen zelf
bv terugbetaling v brillen, lenzen of sportabbonement
RVV -statuut =
= recht op een verhoogde terugbetaling
= remgeld is dan aanzienlijk lager
- bv weduwen, invaliden, gepensioneerden, wezen, langdurig werkelozen, mensen met een laag gezinsinkomen
hospitalisatieverzekering =
= ‘vrijblijvende’ aanvulling op verplichte ziekteverzekering
= voor kosten die niet gedekt zijn door verplichte ziekteverzekering
-> ‘als persoon’ of ‘via het werk’ of ‘als gezin’
def ziekenhuis =
algemene term voor een instelling waar zieken verzorgd worden en waar professionele gezondheidszorg wordt verleend.
academisch ziekenhuis =
basaal zorgaanbod dat overeenkomt met dat van de algemene ziekenhuizen, namelijk de reguliere patiëntenzorg en de opleidingsfunctie voor medisch specialisten.
AMB op getuigschrift staat voor:
ambulant = patient komt in de praktijk
HOS op getuigschrift staat voor:
gehospitaliseerd
MUG=
= medische urgentie groep
= arts+ verpleegkundige
programmatie vs erkenning =
progammatie = Bepalen hoeveel bedden
van welk type er in een regio nodig zijn.
erkenning = Bepalen van
erkenningsnormen. bv type bed
bronnen ziekenhuisfinanciëring = (5)
- Overheid
- Erelonen artsen
- Forfaitaire bedragen die aan de patiënt aangerekend worden (daghospitalisatie, ambulance etc)
- (Kortingen op) farmaceutische producten
- Kleinere bronnen van inkomsten (bv. parking, cafetaria, kamersupplementen,…)
BFM =
= budget v financiele middelen
= werkingsbudget
(voorzien door Federale overheid en verplichte ziekteverzekering)
verbintenistarieven =
= De arts rekent een honorarium aan voor de prestaties die hij levert in overeenstemming met het RIZIV-akkoord
code toetreding =
Geconventioneerd (C), gedeeltelijk geconventioneerd (Pc), niet geconventioneerd (Nc)
waarom ziekenhuisnetwerken (toekomst) vanuit Federaal niveau? (3)
- kostenbesparing
- rationaliseren zorgaanbod
- kwaliteitsverbetering/verhoging door specialisatie/concentratie
waarom ziekenhuisnetwerken (toekomst) vanuit Vaams niveau? (4)
- aanbod afstemmen op behoeft
- garanderen basisaanbod
- concentreren expertise
- rationaliseren hoogtechnologische zorg
locoregionaal, ziekenhuisnetwerk (2) =
- opdrachten/diensten die in elk ziekenhuis v/e netwerk mogelijk zijn
- opdrachten die in het netwerk aanwezig zijn maar niet in ieder ziekenhuis
supra-regionaal (ziekenhuisnetwerk) =
Gespecialiseerde zorg/ referentie-zorg: moet niet in ieder netwerk aanbod komen. Samenwerking tussen netwerken.
dringend ziekenvervoer =
het onmiddellijk verstrekken v aangepaste hulp aan alle personen v wie de gezondheidstoestand (ten gevolge v/e ongeval, plotse aandoening of plotse
verwikkeling v/e ziekte) een dringende tussenkomst vereist
niet-dringend ziekenvervoer =
elk vervoer over de weg van patiënten tegen vergoeding of niet, van of naar een zorgverstrekker;
PIT =
= pre-hospitaal interventie team
= ambulancier + verpleegkundige
Ambulance =
ambulancier + ambulancier
kosten dringend ziekenvervoer =
- 50% tussenkomst door verplichte ziekteverzekering!
- Soms extra aanvulling door mutualiteit.
- Vanaf 01/01/2019: eenheidstarief: 60 euro per
ambulanceoproep.
wie maakt de regels betreft niet/dringend ziekenvervoer? (2)
- Federaal: minister van volksgezondheid want dringend
ziekenvervoer is federaal. - Regionaal: minister van mobiliteit want regelgeving omtrent zittend vervoeren en in rolwagen vervoeren van personen is regionaal
Uitzonderingen niet-dringend
ziekenvervoer: wel tussenkomst v verplichte verzekering bij :
- Vervoer van een kind van de materniteit naar (en terug) de dienst neonatologie.
- Kankerpatiënten die ambulant behandeld worden.
- Dialysepatiënten die ambulant dialyse ontvangen in een nierdialysecentrum.
- Ambulante multidisciplinaire revalidatie in een
gespecialiseerd centrum waarbij de patiënt enkel in een
rolwagen vervoerd kan worden
verpleegdagprijs = (4)
- Geneesmiddelen (binnen de verplichte ziekteverzekering) (Patiënt betaalt: 0,62 euro/dag, Mutualiteit betaalt bijkomende kost)
- Geneesmiddelen (buiten de verplichte ziekteverzekering, patiënt betaalt volledig)
- Honoraria voor de verstrekkingen
- Eventuele supplementen (Kamersupplement , Honorariasupplement (enkel bij eenpersoonskamer)
beinvloedende factoren op het betaaldeel voor de patient (3)
- statuut van de patiënt (gewone verzekerde of
verhoogde tegemoetkoming) - Keuze kamer
- Duur van de ziekenhuisopname