1. inleiding Flashcards
def gezondheid (WHO)=
gezondheid is een toestand v volledig fysiek, mentaal en sociaal welzijn en niet enkel de afwezigheid van een ziekte of handicap
def gezondheidszorg =
= een geheel v activiteiten die gericht zijn op het verbeteren vd gezondheid
(= letterlijk: zorg dragen voor de gezondheid)
def gezondheidspromotie (WHO)=
het proces waarmee mensen de controle over hun gezondheid kunnen verbeteren. Het gaat verder dan een focus op individueel gedrag naar een breed scala aan sociale- en omgevingsinterventies
(1986, Ottawa Charter)
wat zijn de 3 pijlers/kerndomeinen van gezondheidspromotie?
- een goed bestuur (gzh als uitgangspunt op niveaus)
- gezonde steden (lokale bouding + karakteristieken)
- gezondheidsvaardigheden (juiste competenties)
curatieve functie vs preventieve functie =
curatief = ziekte genezen preventief = ziekte voorkomen
Ottawa Charter + 3 principes =
1986 = een eerste aanzet om gezondheidszorgbeleid multidimensionaall te maken, vanuit 3 principes: 1. in staat stellen 2. bepleiten 3. bemiddelen
een competentie wordt volgend het Ottawa charter gezien als: (3)
- kennis (weten)
- vaardigheden (kunnen)
- attitude (willen)
5 actieterreinen volgens het Ottawa charter =
- politiek (gezond overheidsbeleid)
- leefwereld
- gemeenschap
- individu
- gezondheidszorgvoorzieningen
echelonnering =
= de toegankelijkheid v geneeskunde in verschillende stappen, van een laag naar een hoger organisatieniveau
(bv 4e-lijnszorg)
niveaus binnen de curatieve gezondheidzorg =
nuldelijnzorg (onderaan) t/m vierdelijnszorg (bovenaan)
nuldelijnzorg =
= alle hulp die geboden wordt door niet-professionelen
familie, buren, leerkracht, zelfzorg etc
eerstelijnszorg =
= zorgverstrekkers die men rechtstreeks kan bezoeken of die aan huis komen
= heeft centrale positie i.v.m. doorverwijzing
- voor iedereen toegankelijk (extramuraal)
(huisart, kine, vroedvrouw, thuiszorg, apotheker)
extramuraal =
buiten de muren van een ziekenhuis of instelling
tweedelijnszorg =
= ambulante zorg
= iets meer gespecialiseerde hulp;
- mensen kunnen pas beroep doen op deze zorg als ze een doorverwijzing hebben
(arts-specialist, privépraktijk, bv oogarts)
derdelijnszorg =
= meer gespecialiseerde zorg
= intramuraal
- bv zorg in algemeen -/ psychiatrisch ziekenhuis
intramuraal =
binnen de muren v/e ziekenhuis
vierdelijnszorg =
= ‘ultra’ gespecialiseerde zorg
bv in academisch ziekenhuis
verschillende niveaus v preventieve gezondheidszorg (4)
- primaire preventie
- secundaire preventie
- tertiaire preventie
- quaternaire preventie
primaire preventie =
doel = gezondheid in stand houden en ziekten vermijden
(bv weerbaarder maken tegen negatieve invloeden, overheidsmaatregelen etc)
-> gericht op bevolking
secundaire preventie =
= doel: ziekten in een beginnend stadium opsporen (snelle detectie) = bv screeningen
-> gericht op risicogroepen
tertiaire preventie =
= verdere evolutie v ziekte stoppen of vertragen (beheersing vd ziekte)
= verhogen v levenskwaliteit
(bv voetzorg bij diabetespatienten, therapietrouw bij CVA patienten)
quaternaire preventie =
= behoeden voor overmatige zorg en patienten met overmedicalisering identificeren
- overbodige invasieve medische ingrepen vermijden
(bv kankerpatient die niet meer kan genezen behoeden voor overbodige experimenten)
promotie vs preventie = (3)
- promotie ook door niet-professionals, preventie door interventies vanuit medische sector
- doelgroep promotie= algemene populatie, doelgroep preventie = specifieke risicogroep
- promotie richt zich op gedragsverandering, preventie op voorkomen
def gezondheidssysteem =
= het leveren v hoogwaardige diensten aan alle mensen, waar en wanneer ze die nodig hebben.
= + 5 vereisten
5 vereisten (vd definitie v) gezondheidssysteem =
- robuust financieringsmechanisme
- goed opgeleid en voldoende betaald personeelsbestand
- transparante besluitvorming en beleid
- goed onderhouden faciliteiten en logistiek
- kwaliteit medicijnen en technologieën
enkele maatschappelijke stromingen in het (ontstaat vh) Belgische gzh-systeem =
- (medische) kennis
- groeiende sociale ongelijkheid
- verlichting
- solidariteit - groepsgevoel
- andere technologische vooruitgang
visies bij het ontstaat, 2 grote principes =
- verzekeringsprincipe (hoe meer ik beschermd wil zijn, hoe hoger de premie)
- solidariteitsprincipe (sterken dragen zorg voor de zwakkeren) (minimuminkomen garanderen)
waardoor stroomversnelling na WOII? (4)
- angst voor communisme
- grote maatschappelijke nood
- politieke evoluties (stemrecht etc)
- economische evoluties
…
scharniermomenten ()
- 28/12/1944 = wet betreft maatschappelijke zekerheid arbeiders
- 09/08/1963 = wet tot instelling/organisatie voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering
- 15/02/1993 = huidige organisatie v RIZIV
wet betreft maatschappelijke zekerheid v arbeiders =
= 28/12/1944
= verplichte sociale verzekering:
- aansluiten bij een landsbond of de Officiële Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering.
wet tot instelling en organisatie voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering =
= 09/08/1963
= ontstaan RIZIV als federale overheidsdienst
- akkoorden gesloten tussen zorgverleners en verzekering over tarieven en voorwaarden
huidige organisatie v RIZIV, sinds?
= 15/02/1993
= 5 diensten
de 5 diensten v RIZIV (sinds 15/02/1993) =
- dienst geneeskundige verzorging
- dienst voor uitkeringen
- dienst voor geneeskundige evaluatie en controle
- dienst voor administratieve controle
- algemene ondersteunende diensten
kenmerken Belgisch gzh-systeem (6) =
- verplichte solidaire ziekteverzekering (iedereen, inkomensafhankelijk, RSZ)
- vrije keuze vd patient
- liberale opvatting vd geneeskunde (prestatiebetaling, therapeutische vrijheid)
- ruim aanbod aan diensten en voorzieningen
- overleg mbt honoraria en terugbetaling (nomencl.)
- persoonlijke bijdrage v patient (remgeld)
geconventioneerd =
zorgverstrekkers moeten vastgelegde honoraria en kostprijstarieven naleven
remgeld =
aandeel wat de patient zelf betaald
Belgische Gewesten =
= waar wonen de belgen:
- Vlaams Gewest
- Brussels Hoofdstedelijk Gewest
- Waals gewest
Belgische Gemeenschappen =
= talen vd Belgen:
- Vlaamse gemeenschap
- Franse Gemeenschap
- Duitstalige Gemeenschap
Belgische regeringen =
- federale regering
- Vlaamse regering
- Brusselse regering
- Waalse regering
- Duitstalige regering
- Franse gemeenschapsregering
3 soorten werkende =
- werknemers
- zelfstandigen
- ambtenaren
RSZ =
= Rijks Sociale Zekerheidsbijdrage
= verplichte bijdrage die ingehouden wordt om de sociale zekerheid (gedeeltelijk) te financieren (deel vh brutoloon)
brutoloon =
hetgeen je verdient ‘op papier’
belastbaar inkomen =
Het loon dat overblijft na aftrek van RSZ-bijdrage (belasting)
nettoloon =
= het geld dat je effectief als geld krijgt
= Brutoloon-RSZ-bedrijfvoorheffing- extra voordelen.
bedrijfsvoorheffing =
= voorschot op je belastingen
soms te veel, dan krijg je terug…soms te weinig, dan moet je bijbetalen…
patronale bijdrage =
= bovenop het brutoloon moet een werkgever extra betalen. (bv werkgeversbijdrage, maaltijdchecks, groepsverzekering, CO2taks etc )
Sociale zekerheid (schatkist aka bodemloze put) bestaat uit (3)
- patronale bijdragen
- RSZ v werknemers
- bijpassen door overheid
geen loon wanneer (3)
- werkeloos
- niet (meer) kunnen werken (zwanger, ziekte etc)
- niet meer moeten werken (pensioen)
loon bij werkonbekwaamheid door ziekte of ongeval?
- kort termijn door werkgever (100% loon)
2. daarna door ziekteverzekering = primaire vergoeding tot 12 maanden = 60% v geplafonneerd brutoloon!
loon vanaf het 2e jaar werkonbekwaamheid door ziekte/ongeval (3) =
alleenstaande = 55% v geplafonneerd loon gezinshoofd = 65% v geplafonneerd loon samenwonend = 40% v geplafonneerd loon
werkonbekwaamheid door arbeidsongeval =
- Op het werk
- Van en naar het werk (normale traject)
- Tijdelijke of blijvende werkongeschiktheid
beroepsziekte =
rechtstreeks een gevolg v uitoefening vh beroep
onderscheid tussen beroepsziekten (3)
- klassieke beroepsziekten (verband tussen oorzaak en aandoening, bv asbestkanker)
- werkgebonden aandoeningen (relatie met werk minder duidelijk/ meerdere oorzaken, bv burnout, rugklachten)
- bepaalde beroepsgroepen (bv meer hart/vaataandoeningen bij mensen in ploegensysteem/ nachtdiensten)
werkonbekwaamheid door invaliditeit =
na 1 jaar v arbeidsongeschiktheid komt de persoon terecht in het stelsel vd invaliditeit
werkverwijdering =
vervanginkomen doordat werkneemster niet meer mag werken (bv vanwege gzh-risico’s voor zwangerschap)
werkonbekwaamheid door zwangerschap (6)=
- zodra bekend: beschermd statuut (niet meer ontslaan)
- soms werkverwijdering (gelijk thuis)
- moederschapsrust = 15 weken (min 10 weken)
- borstvoedingsverlof = max 5 mnd (evt als aanvulling)
- ouderschapsverlof = max 4 mnd (voor kind 12 jr is)
- mannen = 10 dagen vaderschapsverlof (3 dagen volledig loon, rest zorgverzekering)
bedragen kinderbijslag -> ‘het groeipakket’ =
- startbedrag = 1x 1122 euro
- basisbedrag = 163,20 / maand
- schoolbonus = tussen 20 - 61 / jaar
(extra’s = zorgtoelage, sociale toeslag, kinderopvangtoeslag, kleutertoeslag (bij voldoende aanwezigheid), schooltoeslag)
E-health =
= Het gebruik van informatie- en communicatietechnologie in de zorg.
(bv elektr. patientendossiers, telemonitoring,
telecoaching, telechirurgie, e-consult, apps,..)
Mobile health =
benaming voor alle digitale toepassingen die het mogelijk maken voor patiënt, zijn omgeving en voor verschillende verstrekkers en stakeholders, om 24/24u informatie en gegevens mbt gezondheid en welzijn te verzamelen, visualiseren, op te slaan, te delen, en verstandig te gebruiken
-> kan gzh en welzijn v gebruiker verbeteren
Het Actieplan e-gezondheid 2013-
2018 (4/20)
AP 6 = delen om samen te werken (gegevens in kluis/ hub/ cloud -> gecodeerd elekt. pat. dossier nodig)
AP 14 = MyCareNet (centraal dienstenplatform)
AP 16 = traceerbaarheid v implantaten en geneesmiddelen
AP 19 = MobileHealth
SuMEHR =
SUmmarized Medical Electronic Health Record
EPD =
elektronisch patienten /medisch dossier