2. Het cerebellum

Question 1

Cerebellum

Answer 1

Vergelijkt het corticale commando met de spierspanning, ledemaat positie en tonus en activeert dan de cortex dan over hoeveel en hoe snel

Question 2

Motor learning

Answer 2

Gebeurt via error correctie

Question 3

Ataxia

Answer 3

Ongecoordineerde en niet accurate bewegingen

Question 4

Dysynergia

Answer 4

Verstoring van synergie in multi-joined bewegingen

Question 5

Dysmetria

Answer 5

Overshoot en undershoot van het doel

Question 6

Cerebellar penduncles

Answer 6

Superior: output naar thalamus
Middle: input naar cerebellum
Inferior: input en output

Question 7

Spinocerebellum

Answer 7

Aanpassingen huidige bewegingen en spiertonus (spierspanning in rust) en connectie met ruggenmerg.

Question 8

Vermis

Answer 8

Balans en core

Question 9

Vestibulocerebellum

Answer 9

Balans en oogbewegingen, spiertonus en core spieren. Bij schade kan de oogreflex nog intact zijn maar de timing is minder goed en het is moeilijker om je ogen in de rustpositie te houden

Question 10

Cerebrocerebellum

Answer 10

Planning en initiatie van fijne bewegingen, vooral distale spieren en heeft connectie met de cortex.

Question 11

Purkinje vezels

Answer 11

Cellaag in cerebellum met inhiberende (GABA-erge) cellen die zorgen voor output naar deep cerebellar nuclei en krijgen informatie via climbing fiber. Hier ontstaat schade bij alcoholisme en kanker

Question 12

Granule vezels

Answer 12

Cellaag in cerebellum met stimulerende cellen die informatie krijgen van mossy fibers

Question 13

Mossy fibers

Answer 13

Krijgt input van cortex, hersenstam en ruggenmerg

Question 14

Climbing fibers

Answer 14

Krijgt input van olijfkern

Question 15

Dysdiadochokinesia

Answer 15

Bij schade aan spinocerebellum waardoor er errors zijn in de timing van spiercontracties of snel veranderende bewegingen

Question 16

Action/resting tremor

Answer 16

:Intention tremor, waarbij er undershoot/overshoot is bij het einde of begin van een beweging

Question 17

Deep brain stimulation

Answer 17

Dit kan helpen bij parkinson door cellen te stimuleren waar door ze exciteren. Maar het systeem is aspecifiek (vezels activeert ook omliggende vezels) wat betekent dat je niet specifieke spieren aan kan sturen

Question 18

Reflexmechanisme ogen

Answer 18

Gebeurt door pretectum. Je beiden ogen delen hun reflexmechanisme. En door de pupilreflex komt de juiste hoeveelheid licht binnen