1VWO Hoofdstuk 6.1 Flashcards

1
Q

Wat is de Renaissance?

A

De cultuur in de overgangsperiode van middeleeuwen naar vroegmoderne tijd. In deze tijd (1300-1600) keek men met een nieuwe blik naar de oudheid en kwam de mens centraal te staan. Renaissance betekent letterlijk ‘wedergeboorte’ (van de oudheid).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Begrip: Vroegmoderne Tijd

A

De periode van de 16e tot en met de 18e eeuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Begrip: Anatomie

A

De leer van de bouw van het (menselijk) lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Begrip: Perspectief

A

Een techniek waardoor je de indruk kunt wekken dat er diepte zit in een (plat) schilderij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Begrip: Mensbeeld

A

De ideeën die mensen hebben over zichzelf en de mensen om hen heen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt ‘Carpe Diem’ in?

A

Dat is Latijn voor ‘pluk de dag’, het humanistische idee dat mensen zich niet moeten richten op het leven na de dood, maar actief moeten deelnemen aan de samenleving. Het tegenovergestelde van ‘memento mori’. ‘Carpe diem’ spreek je uit als ‘kárpe die-em’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt ‘Memento Mori’ in?

A

Dat is Latijn voor ‘besef dat je zult sterven’, het middeleeuwse idee dat het leven op aarde een voorbereiding is op het leven na de dood. Het tegenovergestelde van ‘carpe diem’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly