1B1: W2 Flashcards
Leg uit wat er in de parasympaticus pre en post ganglionair gebeurt?
lange pre ganglionair vezels : Acetyl choline op nicotine receptor
Post-ganglionair : Acetyl choline op muscarine receptor
Leg uit wat er in de sympaticus gebeurt pre en post ganglionair
pre- ganglionair: acetyl choline op nicotine receptor
lange post-ganglionair: norepinephrine / noradrenaline op alpha en beta receptoren.
Hoe zorgt sympaticus voor vasoconstrictie in de gladde spiercel met behulp van ATP, Noradrenaline en NPY?
- ATP: bindt aan purinerge receptor, natrium en calcium stromen naar binnen –> depolarisatie –> Calcium neemt toe
- Noradrenaline: A1-receptor en G-eiwitgekoppeld die via een cascade reactie IP3 receptor activeert waardoor er SR calcium uitspuugt.
- NPY: langdurig
Bindt aan Y1 receptor waardoor calcium langdurig toeneemt.
Hoe zorgt de parasympaticus voor vasodilatatie in de gladde spiercel?
- NO afkomstig van endotheelcellen en presynaptisch diffundeert over het membraan van de gladde spiercel.
- NO bindt GC, waardoor het wordt omgezet in cGMP met behulp van GTP. Dit zorgt voor relaxatie door het membraan potentiaal negatiever te maken. - vip: Directe calcium daling door binding VIP receptor = LANGZAAM
Wat zijn baroreceptoren, waar liggen ze en door welke nerve worden ze geinnerveerd?
meten de rekking in:
1. N. IX - sinus caroticus - halsslagader
2. NX - aortaboog
Wat zijn Volume receptoren en waar liggen ze ?
Meten de centrale veneuze druk en veneuze return.
Wat zijn de symptomen van cholinesteraseremmers ? DUMBELS
D: diaphorese : zweten diarree
U: urinatie
M: miose: vernauwde pupil
B: bronchorrhea en bronchospasme ( overmatig eslijmproductie)
E: Emesis= braken
L: Lacrimatie overmatige traanproductie
S: salivatie en secretie.
Wat is pEC50 ?
- Bij een hogere pEC50, heb je lagere concentratie stof nodig om de helft van het MAXIMALE effect bereiken.
- Bij een hogere pA2 is antagonist meer potent en actief in lager concentratie dus lager dosering
Wat is de tegengestelde werking van histamine en salbutamol?
salbutamol = bronchodilatatie
histamine = broncho constrictie
Welke farmaca werkt stimulerend op het autonoom zenuwstelsel?
parasympaticoMIMETICA
sympaticoMIMETICA
Welke farmaca werkt inhiberend om autonoom zenuwstelsel?
parasympaticoLYTICA
sympaticoLYTICA
Wat gebeurt er pre-synaptisch in een cholinerge synaps?
- Choline wordt opgenomen en omgezet door choline acetyl transferase in acetylcholine
- Acetylcholine wordt opgeslagen in blaasjes en vrijgemaakt als zenuwuiteinde wordt gestimuleerd. Acetylcholine bindt dan postsynaptisch
- acetylcholine wordt afgebroken door acetylcholineesterase tot choline en daarna heropgenomen in de cel.
Welke parasympaticometia kan je therapeutisch gebruiken voor muscarine receptoren?
- Pilocarpine: miose oog
- neostigmine: herstel spierverslapping
Wat doet botulinetoxine A?
bindt presynaptisch en blokkeert acetyl choline afgifte, waardoor de cholinerge zenuwen verlammen.
Wat gebeurt er presynaptisch in de noradrenerge synaps?
- tyrosine wordt door tyrosine hydroxylase omgezet in dopa.
- dopa wordt omgezet door L-dopa decarboxylase in dopamine
- dopamine rodt door B-hydroxylase omgezet in noradrenaline
- noradrenaline wordt omgezet in blaasjes en er vindt re-uptake plaats
Wat is het verschil tussen cholinerge en noradrenerge synaps?
cholinerge synaps is bij muscarine en nicotine receptoren
Noradrenerge synaps is bij alfa en beta receptoren
Wat is het effect van cocaine op het noradrenerge systeem?
cocaine remt de reuptake van noradrenaline. blijft dus langer in synapsspleet en zorgt ervoor dat mensen opgefokt raken.
welke agonisten zijn selectief voor B1 en b2?
Beta 1: dobutamine
Beta 2: salbutamol –> bronchodilatatie
Wat is het verschil tussen alpha-1 en alpha-2 receptoren?
Alpha 1:
1. vasoconstrictie
2. verhoging perifere weerstand en bloeddruk
3. mydriase: verwijden oogpupillen
sluiting sphincter
ALLEEN POST SYNAPTISCH
Alpha 2:
1. vasoconstrictie : minder dan alpha 1
2. Verminderd transmitter afgifte
3. VERMINDERDE INSULINE.
PRE en POST SYNAPTISCH.
Wat is het verschil tussen beta-1 en beta-2 receptoren?
beta 1 receptoren:
1. Verhoging HF, contractiliteit, geleiding hart, renine afgifte
Beta-2 receptoren:
1. vaatverwijding
2. bronchodilatatie
3. R verlagend
Welke antagonisten zijn selectief voor alpha 1 en alpha 2
alpha 1: prazosine, doxazosine
alpha 2: yohimbine
Welke agonisten zijn selectief voor alpha-1 en alpha-2?
alpha 1:fenylephrine
alpha 2: clonidine
Welke antagonisten zijn selectief voor Beta-1 en Beta-2? (BETABLOKKER)
Beta-1 : atenolol en metoprolol
Beta-2 : Butaxol
Wat is het effect van isoprenaline op beta receptoren?
Het is een agonist:
- Beta-1: verhoging hartfrequentie
- Beta-2: verlaging perifere vaatweerstand
Samen een effect op atriale bloeddruk
Leg uit wat er gebeurt met preload, afterload en contractiliteit als ze toenemen?
- preload: betere vulling van het hart en
- contractilieit: Kracht van de hartspier neemt toe
- Afterload: aortadruk waar je tegen in pompt. Hoe hoger de bloeddruk hoe lager het slagvolume.
Welke type kracht ontwikkeling heb je bij preload en contractiliteit?
- Preload: lengteafhankelijk
- calcium gevoeligheid verandert - Contractiliteit: lengte onafhankelijk
- calcium instroom verandert door adrenerge stimulatie.
Wat zegt Jewson?
- bedside medicine: persoonsgericht subjectief
- hospital medicine: object-georienteerde geneeskunde en gezondheidszorg.
- Laboratorium medicine: grote rol van technologie .
- vertrouwen in anamnese en lichamelijk onderzoek is afgenomen door grotere rol diagnostisch onderzoek.