1B1: W1 Flashcards
Wat is de functie van het circulatie systeem?
- stofwisseling
- communicatie
- afweer
Benoem opbouw van de vaatwand en de eigenschappen per laag?
- Tunica intima:
- endotheelcellen
subendotheliale laag met gladde spiercellen en vezels
- lamina elastica interna - Tunica Media:
- circulair gerangschikte gladde spiercellen
- elastische vezels, geen fibroblasten
- lamina elastica externa: - Tunica adventitia:
- longitudinaal gerangschikte losmazig BW met collageen
- vasa vasorum
nervi vascularis
Welk type bevat relatief gezien de grootste hoeveelheid collageen?
musculeuze arterie en vene
Welk type vat bevat relatief gezien de grootste hoeveelheid glad spierweefsel?
Arteriole
Wat is het verschil in functie tussen musculeuze arterie en vene ( beiden hebben veel collageen) ?
Arterie: brengt pulserende kracht terug
Vene: reservoir functie van bloed
Noem de 3 vormen van arteriosclerose:
- atherosclerose = excentrisch. een stukje van de vaatwand aangedaan.
- monckebergse media sclerose= concentrisch. rondom hele vaatwand
- arteriolosclerose: hyperplastisch en hyaline. ook concentrisch
Hoe worden iongradienten in stand gehouden?
- Negatieve cellading door anionen
- impermeabel membraan
- Na/ K pomp
Welke vormen van passief en actief transport zijn er?
Passief transport: downhill
- porie diffusie:
- Carrier: transport eiwitten met conformatieverandering
- kanalen: veel ionen tegelijkertijd
Actief transport: Uphill
- primair: ATP hydrolyse
- secundair: Symport of antiport
Waar is de rustmembraanpotentiaal afhankelijk van?
Permeabiliteit van kalium kanalen
Wat is digitoxine?
Na/ K - Atp-ase remmen. intracellulair calcium stijgt.
benoem de actiepotentialen in het hart in volgorde en geef eigenschappen:
- SA- knoop:
- vorm : normale actiepotentiaal - Atrial spiercel
- vorm: plateufase is kleiner dan bij ventriculaire spiercel - AV-knoop:
normale vorm - Purkinje vezels
- refractaire periode is onder -80
- plateau fase is even lang als ventriculaire spiercel - ventriculaire spiercel
- is hetzelfde als purkinje vezels
Beschrijf fase 4, 0 en 3 in pacemakercel ( SA-AV-knoop)
fase 4: funny current natrium instroom
fase 0 : calcium instroom
fase 3: Kalium uitstroom
Wat is het verschil tussen T-type en en L-type calcium kanalen?
L-type calcium kanaal: blijft langer openstaan
T-type calcium kanaal: inactiveert snel en helpt membraanpotentiaal te versterken zodat L-type activeert.
Beschrijf fase 0,1,2, 3 en 4 in de hartspiercellen ( Atriaal, ventriculair en Purkinjevezels)
Fase 0: Natrium instroom
fase 1: calcium influx < kalium influx
fase 2: calcium influx > kalium influx
fase 3: calcium < < kalium influx en depolariseert de cel
fase 4: depolarisatie door NCX.
Hoe laat je pacemaker activiteit toenemen?
- Meer natrium instroom
- beperken kalium instroom
- T-type calcium kanaal fosforyleren