1A2 week 7 HC 1 Homeostase Flashcards
Wat is homeostase?
Het constant houden van het milieu interieur
Wat is hyperthermie?
Warmteproductie is groter dan warmteafgifte
Wat is hypothermie?
Warmteafgifte is groter dan warmteproductie
Welke vormen van warmte afgifte zijn er?
Straling (radiatie), geleiding (conductie), stroming (conventie) en verdamping (evaporatie)
Noem drie kenmerken van bruin vetweefsel
Orthosympatische innervatie
B-adrenerge receptoren
Zit in de nek, schouders, sympatische ganglia en nieren
Waarvoor zorgen de verschillende adrenerge receptoren?
a1: vasoconstrictie
b1: hogere hartslag
b2: ontspannen longen
Welke structuur zorgt voor warmte afgifte en hoe heet de huid waarin deze structuur zich bevindt?
Glomus lichaampjes
Apicale huid
Wat gebeurd er bij een ontsteking?
Prostaglandine E2 wordt afgegeven door pyrogene cytokines
Warmte gevoelige neuronen in area preoptica worden geremd
Hoger setpoint
Welke sympatische vezels leiden tot vasoconstrictie en welke tot zweten?
Vasoconstrictie: adrenerge sympatische vezels (noradrenaline)
Zweten: cholinerge sympatische vezels (acetylcholine)
Waar wordt de kerntemperatuur geregeld?
Area preoptica van de hypothalamus
Welke soorten veranderingen zijn er?
Fasisch: tijdelijk bij plotselinge temperatuur veranderingen
Tonisch: langdurig bij constante temperatuur
Wat gebeurt er bij lokaal koelen?
Activatie sympaticus met alfa 1 receptoren wat leidt tot vasoconstrictie
Wanneer zijn open regelsystemen actief?
Snelle reactie nodig
Snelle, aangeleerde bewegingen
Waaruit bestaat een gesloten regelsysteem?
De te regelen grootheid De sensor (met transductor) Het setpoint De comparator De effector Verstoringen (Kanalen)
Wanner is er sprake van negatieve terugkoppeling en wanneer van positieve terugkoppeling?
Negatief: als in de comparator het teruggekoppelde signaal wordt afgetrokken van het referentiesignaal
Positief: als in de comparator sprake is van optelling