1A2 week 10 HC 6 & 7 Onderzoeksvormen Flashcards

1
Q

Wat is het relatieve risico?

A

Risico groep 1 / Risico groep 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een experimentele studie en noem een voorbeeld?

A

Onderzoeker bepaald wie interventie doet

Bijvoorbeeld trial

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een observationele studie en welke soorten zijn er? Leg de soorten uit

A

Geen interventie

  • Cross-sectioneel: blootstelling en uitkomst tegelijkertijd meten (prevalentie!)
  • Longitudinaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe heten studies waarbij één patient wordt gevolgd en beschreven?

A

Case-reports/case-series

  • nieuwe ziektes, zeldzame ziektes
  • bij bijwerkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een risico van cross-sectionele studies? En wat zijn voorbeelden van dit soort studies?

A

Oorzaak en gevolg kunnen door elkaar raken

Meta-analyse, diagnostisch onderzoek en ecologische studie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn voorbeelden van longitudinale studie?

A

Cohort studie: follow up na blootstelling

Case control studie: follow up na uitkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Op welke manieren kun je een te onderzoeken groep samenstellen?

A

Retrospectief: uitkomst is al opgetreden
Prospectief: uitkomst is nog niet opgetreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de formules van de odd ratios bij cohort en bij case control studies?

A

Cohort: (a/a+b) / (c/c+d)
Case control: (a/b) / (c/d) = (a/c) / (b/d)
- a en c iedereen meten
- b en d random sample

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly