1A2 H9.8 emoties Flashcards
1
Q
uit welke 3 componenten bestaan de gebeurtenissen waarna emoties ontstaan?
A
- fysiologisch component
- cognitieve component
- gedragscomponent
2
Q
wat wordt bedoelt met een fysiologisch component? geef voorbeelden
A
de activatie van het sympatisch zs
- hartslag omgoog
- zweten
- droge mond
- stijging bloeddruk
- verwijdering van pupillen
3
Q
misattributie
A
lichamelijke opwinding als gevolg van angt wat mensen kunnen opvatten als seksuele opwinding
4
Q
welke 2 routes in de hersenen voor angst zijn er? wat houden ze in?
A
- quick and dirty -> zeer snelle reactie maar wel onnauwkeurig via de amygdala
- slow and accurate -> nauwkeurige waarneming via de cortex
5
Q
wat zijn de kernmerken van het hebben van angst?
A
- neiging angstige omstandigheden vermijden
- risico-vermijdend