1A2 H9.7 Flashcards

1
Q

onder welke omstandigheden werken mensen samen?

A
  • te veel werk
  • te veel verantwoordelijkheid
  • te weinig tijd
  • te veel verschillende kennis gevraagd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke 6 factoren/competenties zijn vereist voor een goede samenwerking?

A
  1. communicatie
  2. gemeenschappelijk mentaal doel
  3. situational awareness
  4. monitoring van taakuitvoering
  5. wederzijdse ondersteuning
  6. leiderschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke 3 regels gelden als een groep zwermgedrag vertoont?

A
  • zoeken van aansluiting bij andere collega’s
  • als er conflict dreigt, pas je aan
  • volg de normen die in een groep heersen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat houdt zwermgedrag in?

A

men gedraagt zich als groep en niet als individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat houdt ingroup-outgroep in? welke principes komen daarbij kijken?

A

‘wij- zij denken’

  • rolverandering
  • ingroup favoritism
  • outgroep homogeity
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat houdt rolverandering in?

A

pas als je zelf ervaart hoe het in het ‘anderen groepje’ is weet je hoe het echt is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ingroup favoritism

A
  • gemeenschappelijke eigenschap
  • steryotypering over de ‘zij’-groep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de strategieën bij een prisoners dilemma? en wat houden ze in?

A
  • tit for tat -> ik vertrouw je tot je het tegendeel bewijst; als je mij pakt, pak ik je terug
  • win;stay;lose;shift -> blijf doen wat je doet als het winst levert, verander als het geen winst oplevert
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

conformisme

A

meedoen omdat de anderen het ook doen (groep) je realisteert je niet dat je net zo bent geworden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly