1A1 week 5 HC 6,8 & 9 Anatomie bewegingsapparaat Flashcards

1
Q

Wat is de pharynx?

A

Keelzak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de larynx?

A

Strottenhoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem 3 eigenschappen van een cervicale wervel

A

Foramen transversarium (voor bloedvat)
Gespleten proc spinosus
Facet gewricht schuin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe staat het facet gewricht bij thoracale wervels?

A

Frontaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe staat het facet gewricht bij lumbale wervels?

A

Saggitaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke ligamenten vinden we tussen de wervels?

A

Flava, interspinosus & supraspinosus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke soorten spieren hebben we en waarvoor zorgen ze?

A

Intrinsiek: stabiliteit
Extrinsiek: bewegelijkheid (oppervlakkig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat komt er binnen/ gaat naar buiten via de bovenste apertuur?

A

Bloedvaten, longtop, oesophagus en trachea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat komt er binnen/gaat naar buiten via de onderste aperturen

A

Diafragma, bloedvat en oesophagus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Uit welke lagen bestaat de borstkas?

A

Intimi, interni & externi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke spier zorgt voor een sixpack?

A

M. rectus abdominis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe verloopt de m. obliquus externus?

A

Van de zij schuin naar beneden (als handen in zakken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe verloopt de m. obliquus internus?

A

Van de heup schuin naar binnen (A vorm)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe verloopt de m. transversus abdominis?

A

Van de zij naar je navel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe heet de zwakkere plek in de buikwand die gemaakt is van peesplaat?

A

Aponeuroses

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar vindt een liesbreuk plaats?

A

Processus vaginalis

17
Q

Uit welke 4 onderdelen bestaan de extermiteiten?

A

Gordel, proximaal segment, intermediair segment & distaal segment

18
Q

Waaruit bestaat het distale segment?

A

3 carpalia/tarsalia
4 carpalia/tarsalia
5 metacarpalia/metatarsalia
5 phalangen ( duim/grote teen: 2 segmenten, de rest: 3)

19
Q

Wat ontstaat er uit de binnenkant van een somiet?

A

Sclerotoom -> skelet

20
Q

Wat ontstaat er uit de buitenkant van een somiet?

A

Dermatoom -> huid

Myotoom -> spier

21
Q

Wat voor soort vezels vinden we in rami?

A

Gemengd (dorsaal of ventraal)

22
Q

Welke segmenten innerveren de verschillende vingers?

A

Duim: C6
Vingertoppen middelste 3 vingers: C7
Pink: C8

23
Q

Wat is een plexus?

A

Samenkomst van zenuwen

24
Q

Wat innerveert de n. medianus en waarvoor zorgt hij?

A

Duim, wijsvinger, middelvinger en halve ringvinger

Flexie hand en vingers

25
Q

Waarvoor zorgt de n radialis?

A

Extensie vingers, hand en onderarm

Klein stukje duim

26
Q

Wat innerveert de n ulnaris en waarvoor zorgt hij?

A

Pink en helft ringvinger

Spreiding vingers

27
Q

Waarvoor zorgt de n. musculocutaneus?

A

Biceps brachii

28
Q

Over welk bot lopen de flexoren?

A

Ulna

29
Q

Over welk bot lopen de extensoren?

A

Radius

30
Q

Waar bevindt zich de origo van de flexoren? En van de extensoren?

A

Flexoren: mediaal (grote epicondylus medialis)
Extensoren: lateraal (kleine epicondylus lateralis)

31
Q

Hoe ontstaat een tenniselleboog?

A

Overmatig vasthouden flexoren waardoor extensoren worden overbelast

32
Q

Wat gebeurt er met de radius en ulna tijdens pronatie/supinatie?

A

Radius draait distaal om de ulna heen

33
Q

Wat gebeurt er met de radius tijdens pronatie/supinatie?

A

Radius draait proximaal om haar lengteas

34
Q

Hoe lopen de vezels van de membrana interossea?

A

Van distaal op de ulna naar proximaal op de radius

35
Q

Waarvoor zorgen de quadriceps?

A

Extensie

36
Q

Welke collaterale is strengvormig?

A

Fibulare

37
Q

Welke soorten flexie heeft de voet?

A

Dorsaalflexie en plantairflexie

38
Q

Wat zijn andere namen voor supinatie en pronatie?

A

Supinatie: inversie
Pronatie: eversie

39
Q

Wat verzorgt mediale stabiliteit van het enkelgewricht?

A

Mediale collaterale ligament en laterale malleolus