1.9 Othopedisch patient Flashcards
1
Q
Niet-operatief Artrose
A
Info Belasting down Schoen/brace (immobiel) up Spierversterk up Medic
2
Q
LO
A
Inspect Ontsteking, atrofie, litteken, beharing Looppatroon Palpatie Passief, actief Stabilietit, kracht Specifieke test (pijn) Neurovasculair
3
Q
Gewrichten schouder
A
Gleno-humeraal
Acromio-claviculair
Sterno-calvicualir
Scapulo-thoracaal
4
Q
Problemen schouder (wat zijn het, hoe onderzoeken)
A
Wat: pijn, functieverlies (ROM/kracht)
Hoe: Painful arc test (abductie 60-120 pijn); subacromial/rotators
Internal rotation lag test (endorotatie met hand achter rug) subscapularis
External rotation lag test (plexie, extrarotatie) supra en infraspinatus
Drop arm test ; supraspinatus
5
Q
Schouderluxatie
A
A: weinig trauma, vaak recidief
D: Humeruskop naar voren (schuiflade); achteren (hierbij ook loslaten) sulcus sign (gat op schouder)
X- en Y-opname
6
Q
Instabiliteit; Uni en multidirectioneel
A
TUBS en AMBRI
Eerste met name anterieur