1.4 Flashcards
culturele globalisering
het proces waarin culturen elkaar wereldwijd beïnvloeden, door migratie, toerisme, tv, internet en telefoon.
culturele diffusie
het overbrengen van cultuurelementen, zoals muziek, eetgewoonten en taalgebruik, van de ene op de andere cultuur.
culturele uniformiteit
gelijkheid tussen culturen. Deze neemt toe door culturele diffusie.
amerikanisering
de amerikaanse cultuur is wereldwijd dominant en heeft een sterke invloed op de andere culturen
lingue franca
de internationaal gemeenschappelijk taal.
culturele diversiteit
verscheidenheid van culturen in een gebied, deze neemt door migratie toe.
push- en pullfactoren
pushfactoren zijn redenen om weg te gaan van je woonplek, pullfactoren zijn redenen om naar een plek toe te verhuizen.
(im)mobiliteit
De mate waarin iemand in staat is om zich te verplaatsen. In centrumlanden is de mobiliteit groter dan in perifieriegebieden.
migratienetwerk
netwerk van migranten, meestal bestaand uit familieleden en bekenden, die contact met elkaar onderhouden en elkaar helpen bij de migratie.
selectieve migratie
migratie waarbij er een oververtegenwoordiging is van bepaalde groepen.
politieke globalisering
het proces van wereldwijde politieke integratie. Bestaat vooral uit internationale verdragen en samenwerkingsverbanden.
samenwerkingsverband
samenwerking tussen landen.
wereldburgerschap
het besef bij mensen dat iedereen gelijkwaardig is, waarbij een vreedzame en respectvolle houding hoort ten opzichte van alle medeburgers in de wereld.
geopolitiek
het inzetten van economische, politieke en militaire middelen door grootmachten, om de eigen belangen te behartigen.
grootmacht
een land dat veel economische, politieke en militaire macht heeft.