1.1 Flashcards

1
Q

transportnetwerk

A

Een netwerk van aanvoer-, doorvoer-, en afzetlijnen die samenkomen bij allerlei transportknooppunten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

absolute ligging

A

de ligging van een plaats op de aarde met coördinaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

relatieve ligging

A

De ligging van een gebied ten opzichte van andere gebieden, uitgedrukt in de mate van bereikbaarheid in tijd en afstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

transporttechnologie

A

technologische ontwikkelingen in de transportsector, met als doel het zo efficiënt mogelijk vervoeren van goederen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

afstandsverval

A

De afname van de interactie tussen gebieden naarmate de afstand toeneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

transnationale netwerken

A

De internationale infrastructuur en samenwerkingsverbanden die nodig zijn om mensen, kapitaal en kennis met elkaar te verbinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

mondiale netwerken

A

de wereldwijde infrastructuur en samenwerkingsverbanden die nodig zijn om mensen, kapitaal en kennis met elkaar te verbinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

informatie- en communicatietechnologie (ICT)

A

Technologie om informatie op te sllaan, te verwerken en uit te wisselen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

tijd-ruimtecompressie

A

Het verschijnsel dat in de wereld tijd en ruimte steeds minder toe doen door afname van de relatieve afstanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

absolute afstand

A

afstand uitgedrukt in kilometers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

relatieve afstand

A

Afstand uitgedrukt in tijd, geld en/of moeite.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

migratie

A

verhuizing naar een andere plaats in het binnen- of buitenland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

globalisering

A

het proces waardoor er in toenemende mate economische, politieke en culturele samenhang op wereldschaal ontstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly