1.2 Flashcards
kolonialisme
een periode waarin West-Europese landen overzeese gebieden bezetten uit economische en strategische overwegingen.
imperialisme
het proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld uit willen breiden door gebieden te veroveren en te beheersen.
europeanisering
koloniaal proces waarbij de inwoners die in koloniën woonden zich moesten aanpassen aan de Europese normen en gewoonten.
internationale arbeidsverdeling
wereldwijde specialisatie waarbij ieder land produceert waar het goed in is.
dekolonisatie
Proces waarbij koloniën onafhankelijk worden van hun kolonisator.
sociale ongelijkheid
grote verschillen in welvaart en ontwikkelingskansen tussen de verschillende groepen (klassen) van de bevolking.
ruimtelijke ongelijkheid
grote en ongewenste verschillen in ontwikkeling tussen gebieden.
ruilvoet
de verhouding tussen de prijzen van de exportproducten en de prijzen van de importproducten.
wereldsysteem
de internationale economische wereldorde die is gebaseerd op uitbuiting en niet op gelijkwaardigheid, waardoor de wereld in te delen is in drie delen: het centrum, de periferie en de semiperiferie.
centrum
de landen in de wereld met de hoogste welvaart en de meeste macht. Er is veel kennis en kapitaal aanwezig en de economie is vooral gericht op dienstverlening en hoogwaardige industrieën.
periferie
De arme landen in de wereld, met een zwak ontwikkelde economie, die goedkope grondstoffen en voedsel leveren aan de rest van de wereld.
semiperiferie.
De landen in de wereld die que kenmerken tussen het centrum en de periferie in zitten. De welvaart is gemiddeld en de maakindustrie is een belangrijke economische activiteit. de semiperifere landen kunnen centrumlanden in verval zijn of voormalig perifere landen in ontwikkeling.
backwash-effecten
het verschijnsel dat aan armere gebieden grondstoffen, kapitaal en arbeid onttrokken worden voor de economie in rijkere gebieden.
neokolonialisme
kolonialisme in een nieuwe vorm, waarbij rijke landen de zelfstandig geworden vroegere koloniale gebieden uitbuiten.
spread-effecten
het verschijnsel dat de periferie profijt heeft van de economische ontwikkeling in het centrum.