1.3 functies van gedrag Flashcards

1
Q

inprenting

A

Wanneer mensen en dieren iets alleen leren in een bepaalde, korte periode in hun leven (konrad lorenz)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gewenning

A

Het herhalen van een prikkel zorgt voor afname reactie of afnemende gewaarwording

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

trial and error

A

uitproberen en leren van fouten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

imiteren

A

doen wat iemand anders doet. (baby)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

conditioneren: klassiek

A

er wordt een prikkel, die een reactie oproept, tegelijk met een neutrale prikkel aangeboden. Dit gebeurt net zolang totdat de neutrale prikkel alleen uiteindelijk dezelfde reactie uitlokt. (pavlov)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

conditioneren: operant

A

Bij operante conditionering wordt de kans op een bepaald gedrag in een bepaalde context vergroot door de daaropvolgend bekrachtigende gebeurtenis of prikkel. (belonen en straffen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

noem 8 vormen van leren

A

inprenting, imitatie, oefening, gewenning, trial and error, operant conditioneren, klassiek conditioneren, inzicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly