1.3 De centrale bank Flashcards

1
Q

Waarom prijsstabiliteit

A

Als prijzen niet te snel stijgen of dalen, blijft de koopkracht van geld zo veel mogelijk behouden. ECB gaat van prijsstabiliteit uit als de prijzen net iets minder dan 2 procent per jaar stijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Monetair beleid

A

beleid van centrale bank gericht op prijsstabiliteit en wisselkoersen
Grootte van geldhoeveelheid en de hoogte van rentestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geldhoeveelheid

A

Hoeveelheid aan euro’s waarmee je iets kunt kopen
Hoe groter de geldhoeveelheden hoe meer bestedingen
Hoge conjunctuur moet geldhoeveelheden verminderen -> rente omhoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Duaal mandaat

A

taken van centrale bank
1. reguleren van prijsstabiliteit
2. economische groeit stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Totale geldhoeveelheid bestaat uit:

A

Chartaal geld: munten en bankbiljetten in handen van het publiek
Giraal geld: saldo van klanten op betaalrekeningen bij private banken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geldscheppende instellingen

A

instellingen die zorgen dat de geldhoeveelheid stijgt : voorbeelden
1. Centrale bank
2. Rijksoverheid
3. private banken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geldschepping
Hoe kan dat plaatsvinden:

A

stijging van de geldhoeveelheid
1. Kredietverlening: Het proces waarbij een financiële instelling geld leent aan individuen of bedrijven, met de afspraak dat het terugbetaald wordt met rente.
2. Transformatie: Het proces waarbij banken korte termijn deposito’s omzetten in langetermijnleningen, waardoor ze de geldstroom in de economie ondersteunen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geldvernietiging

A

Daling van de geldhoeveelheid
kan door aflossing lening of klant koop aandelen bij de bank

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Refirente

A

Rente die banken betalen aan de centrale bank wanneer ze geld opnemen zodat de ECB de geldhoeveelheid beïnvloed. Hoeft de CB niet te lenen dan zal de ECB verplichte kasreserve of liquiditeitspercentage verhogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zero low bound

A

Een situatie waarbij de CB de rente niet verder kan verlagen om de economie te stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ECB kan op 3 manieren de rente besturen

A
  1. Open markttransacties: CB kan waardepapieren of valuta’s verkopen. Geld gaat naar Cb -> minder geld beschikbaar en verkrapt de geldmarkt. Verhogen de prijs van krediet -> rente stijgt. Een grotere open-markttransactie: Kwantiatieve verruiming = big bazooka
  2. Reserveverplichtingen: Banken zijn verplicht om een reserve te hebben bij de ECB -> minder geld beschikbaar -> verkrapping arbeidsmarkt -> verhoging rente
  3. Permanente faciliteiten: Banken kunnen geld lenen of geld bij de ECB storten. Het het geven van deze kredieten kan de ECB een signaal afgeven aan de banken over de richting die het monetair beleid op gaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kwantitatieve verruiming

A

De centrale bank koop op grote schaal obligaties en andere schuldpapier op waarmee ze geld in de economie pompen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Taken van ECB

A
  1. zorgen voor een veilige betalingsverkeer
  2. Toezicht houden op financiële instellingen
  3. Beheren externe reserves
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. zorgen voor een veilige betalingsverkeer
A

CB moet zorgen dat mensen probleemloos kunnen betalen, veilig en zonder storingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Toezicht houden op financiële instellingen
A

Zorgt voor een betrouwbare bedrijfsvoering en voldoende vermogen om aan hun verplichtingen te voldoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  1. Beheren externe reserves
A

Zorgt voor stabiliteit van het geldstelsel, kan gebruikt worden om buitenlandse schuldeisers te betalen

17
Q

Bankrun

A

Veel consumenten en bedrijven willen tegelijkertijd hun geld opnemen waardoor een bank in acute betalingsproblemen komt -> te weinig geld in een kas

18
Q

Als een bank failliet maar mensen moeten geld terug krijgen gebeuren er 2 dingen:

A
  1. Resolutiefonds
  2. Depositogarantiestelsel: Tegoeden tot 100.000 veilig gesteld -> banken moeten ervoor zorgen dat klanten over hun tegoed kunnen blijven beschikken