12.1 Flashcards

1
Q

voortplantings cellen van de man?

A

zaadcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar word de productie van zaadcellen geregeld?

A

door hormonen uit de hypofyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de weg van de hypofyse hormoon bij de man

A
  • van de maak in de hypofyse– naar bloed– bloed verviert hormoon naar de zaadballen–de zaadballen gaan zaadcellen maken en maken testosteron aan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is testosteron?

A

mannelijk geslachts hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe weet een jonegn dat hij vruchtbaar is?

A

door zijn eerste zaadlozing, of natte droom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat doen bijballen?

A

daar worden, tot de volgende zaadlozing, de zaadcellen opgeslagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat gebeurt er als een jongen opgewonden raakt?

A

hij krijgt een erectie ( een stijve penis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waardoor word de penis van de man stijf als hij opgewonden is?

A

doordat er extra bloed naar de zwellichamen gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat gebeurt er bij een zaadlozing?

A

de zaadcellen uit de bijballen naar de zaadleiders– ze komen langs de zaadblaasjes en de prostaat die zaadvocht toevoegen–bij de prostaat verlaat de sperma via de urinebuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is sperma?

A

zaadvocht en zaadcellen samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voortplanting cellen vrouw?

A

eicellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waneer is een meisje vruchtbaar?

A

als de eicellen in de eierstokken rijp zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vrouwelijk geslachts hormoon?

A

oestrogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is menstruatiecyclus?

A

wat er van de een menstruatie tot de volgende gebeurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat doet het hormoon FSH?

A

folikkel stimuleren en laten groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat doet een follikel?

A

maakt oestrogeen

17
Q

wat doet oestrogeen?

A
  1. remt FSH waardoor geen eicellen meer rijpen
  2. baarmoederslijmvlies word dikker
  3. geeft LH af
18
Q

wat is het hormoon LH?

A

laat de lege follikel groeien

19
Q

gele lichaam is?

A

als de folliker groeit dan neemt die daarbij geel gekleurd vet op

20
Q

wat doet progestoron?

A
  1. remt FSH en LH

2. stimuleert groei en doorbloeding baarmoederslijmvlies

21
Q

wat als de eicel niet bevrucht is?

A

dan neemt productie van oestrogeen en progestoron door gele lichaam af hierdoor start de menstruatie

22
Q

waar word progesteron gemaakt?

A

in gele lichaam na evolutie