1.1 - 1.3 Flashcards
ZMBO - Model
Het klassieke model: zender - boodschap - medium - ontvanger is nuttig om een aantal theoretische communicatiebegrippen te benoemen.
Zender
Degene die een communicatieboodschap verstuurt.
Ontvanger
Degene bij wie de communicatie bedoeld of onbedoeld terechtkomt.
Boodschap
Communicatie-inhoud die de zender wil overbrengen.
Medium
Het kanaal waarlangs een zender zijn boodschap overbrengt. Bijvoorbeeld een telefoon, tv, krant of social media.
(en)Coderen
Omzetten van gedachten en/of gevoelens in een boodschap (in woord, beeld en/of lichaamstaal) door de zender.
Decoderen
Interpreteren van de boodschap door de ontvanger.
Ruis en feedback/terugkoppeling.
Externe ruis: Verstoring van het communicatieproces door factoren van buitenaf zoals verkeerslawaai.
Feedback: Reactie van een ontvanger naar een zender.
Terugkoppeling: Reactie van de zender op de feedback van de ontvanger.
Intrapersoonlijke communicatie
De intrapersoonlijke communicatie is de communicatie met zichzelf, en dus is er maar één persoon bij betrokken.
Interpersoonlijke communicatie
De communicatie tussen twee of meer personen, via verbale of non-verbale berichten, wordt interpersoonlijke communicatie genoemd.
Groepscommunicatie
Als een groepslid een boodschap stuurt naar een of meer groepsleden (ontvangers) met de bewuste intentie om het gedrag van de ontvangers te beïnvloeden.
Massacommunicatie
Massacommunicatie of openbare communicatie is communicatie waarbij grote groepen mensen worden bereikt. Dit impliceert dat de zender of communicator gebruikmaakt van kanalen die een massale duplicatie mogelijk maakt. De communicatiemiddelen die worden toegepast in massacommunicatie noemt men massamedia.
Metacommunicatie
Is communicatie over communicatie. Bijvoorbeeld: Als je met iemand in gesprek bent en je verstaat de andere persoon niet goed zeg je; “ik versta jou niet goed”. Dit is dus communicatie over de communicatie.
Verbale communicatie
Verbale communicatie: Communicatie via gesproken en geschreven taal.
Non-verbale communicatie
Non-verbale communicatie: Communicatie via lichaamstaal en stemgebruik (blik, stem, geur, gebaren, kleding).