1. Niet-zwangere vrouw Flashcards
Wat zijn gonadotropinen?
= hormonen die de gonaden of ovaria stimuleren
FSH: stimulatie groei primaire follikels en ontwikkeling finale follikels
LH: ontwikkeling finale follikels en ovulatie
GnRH-neuron (nucleus praeopticus → eminentia mediana) → bloedvaten → adenohypofyse → gonadotrope en lactotrope cellen
Hoe gebeurt de regulatie van de gonadotropine secretie?
1) Kisspeptine: stimuleert GnRH secretie → KNDy-neuron (ARC → EM)
2) Dynorphine: endogeen opioïd peptide met negatief effect op frequentie Kiss-secretie → FSH-secretie: lage frequentie (1 per 4 uur)
3) Neurokinine B: tachykinine peptide met positief effect op frequentie Kiss-secretie → LH-secretie: hoge frequentie (1 per uur)
4) Oestrogeen: inhibitie KNDy-neuronen en FSH-secretie, stimulatie GnRH op cel
5) Progesteron: stimulatie dynorphine secretie → inhibine: inhibitie FSH-secretie
6) Stress en borstvoeding: inhibitie GnRH en Kisspeptine secretie
Wat is de folliculogenese en welke stadia zijn er te onderscheiden?
= rijping van follikels doorheen verschillende stadia
1) In utero ontwikkeling (W5): gonadale ribbels → PGC → universele gonaden
2) Gonadotropine-onafhankelijke preantrale follikelgroei
- primordiale follikel (W20): pregranulosacellen (ondersteuning en basaal membraan)
- primaire follikel: zona pellucida + éénlagige granulosa
- secundaire pre-anatrale follikel: meerlagige granulosa + tweelagig theca (vascularisatie, follikelvocht en FSH-receptoren)
3) Gonadotropine-afhankelijke antrale follikelgroei (NPY-neuronen)
- antrale follikel: antrum (voeding en afval + facilitatie ovulatie)
- pre-ovulatoire of Graafse follikel: oiv. LH (antrale granulosa) werkt oöcyt meiose 1 af
Wat is de folliculaire fase van de ovulatoire cyclus?
1) Rekrutering (D1-5): [FSH] en [LH] stijgen
- ontstaan 20 antrale follikels en LH-receptoren op thecacellen
- stimulatie granulosacellen tot E2 en inhibine secretie
2) Selectie (D5-10): 1 dominante follikel → Graafse follikel (granulosa LH-R en veel FSH-R)
- door productie E2: [LH] gelijk en [FSH] daalt
- andere follikels: atresie door overmaat androgenen en stop proliferatie
3) Pre-ovulatoire follikel (D10-14): [E2 + inhibine] stijgen maximaal
- toename #GnRH-R → stijging [LH] > [FSH] door hoge frequentie
- oiv. LH-piek: ovulatie en luteïnisatie (luteïne, stop proliferatie, progest)
Wat is de ovulatie van de ovulatoire cyclus?
Op D14 getriggerd door LH-piek
1) Afronden meiose 1 en loskomen van granulosacellen
2) Luteïnisatie en kapotgaan van follikelwand en ovariumwand (PGE2)
- verstoring ovulatie door pijnstillers: onderdrukken PG-aanmaak
3) Eicel en omringende cumuluscellen: eileider, chemo-attractant en selectie zaadcellen
Wat is de luteale fase van de ovulatoire cyclus?
1) Corpus luteum (D15-21): secretie progesteron, oestradiol en inhibine
- [LH] daalt door P en [FSH] daalt door E2 en inhibine
2) Luteolyse (D22-28): corpus albicans
- expressie PGF2-R in corpus luteum en bloedvaten
- expressie factoren: ischemie, weefselafbraak, inhibitie P-synthese → [LH] en [FSH] stijgen
Bespreek de productie, concentratie en functie van de androgenen.
1) Productie
- bijnier: DHEA-S, DHEA, A4 en T door metabolisatie uit cholesterol
- gonaden: DHEA, A4 en T door metabolisatie uit cholesterol
- perifere weefsels (huid, vetcellen): T en DHT door metabolisatie uit zwakke androgenen
2) Concentratie: DHEA-S heeft hoogste concentratie
3) Functies
- zwakke androgenen: precursor sterke androgenen, oestron en oestradiol
- T: stimulatie libido, versterking beenderen en skeletspieren
- DHT: amboseksuele haargroei, sebum- en apicale zweetklieren
Welke lichamelijke veranderingen gebeuren er in het endometrium?
1) Proliferatieve fase (E2): proliferatie endometrium en bloedvaten
- expressie groeifactoren en P-receptoren: verdikking endometrium
2) Secretoire fase (P): inhibitie E-receptor
- stroma cellen: differentiatie naar deciduacellen (decidualizatie)
- glandulaire, epitheliale cellen: differentiatie naar secretoir type (glycogeen en zaagtand)
3) Menstruatie (daling P): inflammatie, afbraak lamina functionalis en vasoconstrictie
- permeabiliteit BV, afbraak ECM, influx immuuncellen, expressie mediatoren
Welke lichamelijke veranderingen gebeuren er in het myometrium en de cervix?
1) Myometrium
- menstruatie (PGF2a): sterke contracties fundus → corpus (eliminatie endometrium)
- ovulatie (E2): zwakke contracties corpus → fundus (transport zaadcellen)
- luteale fase (P): geen contracties (innesteling vrucht)
2) Cervix = kanaal gevuld met klieren die slijm produceren
- oiv. E: troebel en waterig, doorlaatbaar en meer secretie
- oiv. P: ondoorlaatbaar en minder secretie → zaadcel selectie
Welke lichamelijke veranderingen gebeuren er in temperatuur en libido? En wat is het premenstrueel syndroom?
1) Temperatuur: P → hypothalamus → lichaamstemperatuur + 0,5°C
2) Libido: door hoge [E] en piek [T] tijdens ovulatie → combinatiepil (P+E): 21 en 7 dagen
- ovaria: [FSH] en [LH] laag, dus geen folliculogenese en ovulatie
- endometrium: dun, gedifferentieerd endometrium met atropische aspecten
- ondoorlaatbare, cervicale mucus en daling libido
3) Premenstrueel syndroom: stemming, gedrag, lichamelijke ongemakken, …
- door fluctuerende E-P: meer gevoeligheid, minder serotonine
Wat gebeurt er tijdens de puberteit op endocrinologisch vlak?
- prenataal: placentair E2 inhibeert KNDy-neuronen
- 0 maanden: lage E2 stimuleert KNDy-neuronen = mini-puberteit: E2 stijgt
- 3 maanden: aanmaak GABA inhibeert KNDy-neuronen
- 6 jaar: rijping bijniercortex stimuleert aanmaak androgenen = adrenarche
- 10 jaar: toename vetcellen stimuleert leptinesecretie → [FSH] en [LH] stijgen → stimulatie ovaria met secretie [E2] = gonadarche
Wat zijn de gevolgen van de puberteit?
1) Toename [DHEA-S]: libido, botweefsel, skeletspieren, pubarche, stimulatie sebumklieren en aopcriene zweetklieren
2) Toename [E2]: libido, botweefsel, thelarche, vrouwelijke vetverdeling, lengtegroei, groei genitalia, inductie ovulatie
- anovulatoir (12,5j): E doorbraakbloeding, E dervingsbloeding = menarche
- ovulatoir (13j): positieve feedback door hogere [E] → regelmatig op 15j
Wat gebeurt er met een oudere vrouw op endocrinologisch vlak?
Menopauzale transitie ≠ postmenopauze ≠ perimenopauze
- 35 jaar: toename [FSH] door afname [inhibine] en constante [E]
- 50 jaar: afname [inhibine] en [E] dus [LH] stijgt en [FSH] stijgt enorm
Wat zijn de gevolgen van de menopauze?
- ophouden menstruatie: endometrium wordt niet afgebroken
- genitale en urinaire atrofie: verdund epitheel dus infecties en pijnlijke coïtus
- huid atrofie: minder collageen en elastine vezels dus rimpels
- osteoporose: minder botweefsel dus breuken, rugpijn, krimpen
- atherosclerose: vernauwing slagaders dus hartinfarct, herseninfarct
- androgeenexces: hirsutisme en acne
- opvliegers: aanwezigheid neurale factoren dus rood en zweten