1. Inleiding Flashcards

1
Q

Wat is de definitie van persoonlijkheid volgens Larson en Buss?

A

De set van psychologische eigenschappen en mechanismen binnenin het individu, die zijn georganiseerd en die relatief stabiel zijn en van invloed op zijn of haar interacties met en aanpassingen aan de omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk accent legt de biologische benadering op de persoonlijkheidsleer?

A

De biologische benadering gaat ervan uit dat de basis voor persoonlijkheid terug te vinden is in de hersenen, werking van neurotransmitters (bijvoorbeeld dopamine) en aangeboren eigenschappen.

De centrale vraag in het biologische domein is:
In welke mate zijn individuele verschillen in persoonlijkheidseigenschappen veroorzaakt door genetische en/of omgevingsfactoren?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de definitie van het biologisch domein?

A

Verzameling van biologische systemen die zorgen voor de bouwstenen van gedrag, gedachten en emotie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de definitie van een nomothetisch onderzoek

A

De nomothetische methode onderzoekt groepen om algemene conclusies te trekken. Deze methode maakt vooral gebruik van statistische vergelijkingen tussen individuen of groepen, dit vereist echter wel een monster van wat je wilt onderzoeken.
Gericht op bijvoorbeeld universele kenmerken.
Nomothetisch versus idiografische methode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt het aanpassingsdomein in?

A

Het Aanpassingsdomein ‘kijkt’ naar de uitkomsten van persoonlijkheid, de gevolgen. Persoonlijkheid speelt een rol in hoe we ons aanpassen in de dagelijkse stroom van gebeurtenissen in ons leven. Er wordt gekeken naar hoe persoonlijkheid gerelateerd is aan de psychologische en lichamelijke (on)gezondheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt het cognitieve experiëntele domein in?

A

Dit domein focust op cognitieve en subjectieve ervaringen, zoals gedachtes, gevoelens, overtuigingen en wensen over jezelf en anderen in relatie tot persoonlijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt het begrip testability in?

A

Letterlijk testbaarheid. De capaciteit om nauwkeurige voorspellingen te geven die wetenschappers empirisch kunnen testen. Over het algemeen is de testbaarheid van een theorie afhankelijk van de nauwkeurigheid van de voorspelling. Wanneer het niet mogelijk is om een theorie empirisch te testen dan wordt de theorie over het algemeen verworpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt het intra-psychische domein in?

A

het intrapsychische domein behandeld de psychische mechanismen van persoonlijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat houdt dispositionele domein in?

A

Het dispositionele domein heeft betrekking op die aspecten van persoonlijkheid die stabiel zijn, consistent en waarop individuen van elkaar verschillen. Met andere woorden: dispositions staan centraal. Een disposition (krom vertaal: dispositie) verwijst naar een inherente eniging om zich op een bepaalde manier te gedragen. Een andere term die hiervoor ookwel wordt gebruikt is het begrip ‘trait’ ofwel trek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt het begrip psychologische mechanismen in?

A

Psychologische mechanismen zijn net als kenmerken die manieren beschrijven waarbij mensen verschillend van elkaar zijn, behalve dat de term mechanisme verwijst meer naar het proces van persoonlijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houd het begrip ‘Psychologische Traits’ in?

A

Psychologische traits zijn kenmerken die manieren beschrijven waarin mensen verschillen van elkaar. Traits geven dus ook overeenkomsten tussen mensen aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly