1. Doelgroep Flashcards
1
Q
Welke doelgroep segmentaties moet je gebruiken?
A
- Demografisch
- Geografisch
- Cultureel
- Economisch
- Psychografisch
- Koopmotieven
- Mediagebruik
2
Q
Demografisch
A
- Geslacht
- Leeftijd
- Gezinssituatie
- woonsituatie
3
Q
Geografisch
A
- Woonplaats (specifieke regio)
- land
- stad/ platteland
- klimaat
4
Q
Cultureel
A
- Nationaliteit
- Subcultuur
- Het geloof
- ras
- tradities
5
Q
Economisch
A
- Inkomen
- Werk/ geen werk
- Studie
- sociale klasse
6
Q
Psychografisch
A
- Persoonlijkheid
- Intresses
- Normen en Waarden
- Merktrouw
7
Q
Koopmotieven
A
- wat zijn de belangrijkste redenen tot koop?
- waarom niet kopen en hoe dit tackelen?
8
Q
Mediagebruik
A
- Online media
- Ofline media
- gedrag
9
Q
Verschil doelgroep en koopgroep
A
Doelgroep : De groep waar je je op richt
Koopgroep : De groep die je product koopt