1. antimicrobiele therapie (wk2) Flashcards

1
Q

bactericide antibioticum =

A

antibioticum wat de bacterien doodt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de minimaal bactericide concentratie mbc

A

minimale concentratie waarbij bacterie doodgaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bacteriostatisch antibioticum

A

= antibioticum wat de deling en dus de groei van de bacterien remt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is minimaal remmende concentratie mrc / minimal inhibitor concentration mic

A

minimale concentratie waarbij de groei van et aantal bacterien wordt geremd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe zorgt combinatie van antibiotica ervoor dat er minder ontwikkeling van resistente en toxiciteit is

A

doseringsverlaging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is blinde / empirische therapie

A

antibiotica toedienen voordat de infectieverwekker en zijn antibioticum gevoeligheidspatroon bekend zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verschil concentratie afhankelijk en tijdsafhankelijke antibiotica

A

concentratie: je geeft in 1 keer een hele hoge dosis omdat ze snel bacterien doden (aminoglycosiden en quinolonen)
tijdsafhankelijk: doden bacterien langzaam dus je moet een langere tijd een hogere antibioticumconcentratie boven mrc van micro-organismen hebben
dus je moet frequenter toedienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

indeling van antibiotica obv aangrijpingspunt

A
  1. celwandsynthese
  2. eiwitsynthese
  3. nucleinezuursynthese en structuur
  4. foliumzuurmetabolisme
  5. overig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doet een antibioticasoort die tegen celwandsynthese gaat

A

ze blokkeren de werking van transpeptidase/pencilline bindend eiwit, waardoor er geen neiwue binding gemaakt wordt tussen 2 peptides

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat bevatten alle b-lactam antibiotica?

A

een b-lactamring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de 3 groepen b-lactam

A
  1. penicilline: pinicilline g(smal), flucloxacilline(smal), amoxicilline(breed) -> matige orale absorptie
  2. cefalosporinen: cefazoline(preoperatief profylax), cefuroxim, cefriaxon/cefotaxim/ceftazidim (allen IV)
  3. carbapenem: meropenem, imipenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

4 resistenties tegen beta-lactam antibiotica

A
  1. productie van b-lactamasa -> inactiveerd antibiotica (eenvoudige bl, esbl, ampc)
  2. vermindering van de opname -> blokkeren van pories in membraan -> middel niet meer opgenomen
  3. actieve efflux -> tgv membraan transportsusteem wordt microbiele middel uit cel gepompt
  4. veranderen aangrijpingspunt: bv verabders penicilline bindend eiwit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

tegen wat is augmentin niet goed werkzaam?

A

ESBL of AmpC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn de 2 voorwaarden voor genezing met antimicrobiele middelen?

A
  1. middel dient het oorzakelijk micro-organismen te kunnen doden of groei kunnen remmen
  2. middel moet ontstekingshaard of het getroffen orgaan in voldoende mate bereiken -> farmacologische parameters
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarom werken antibiotica minder goed in abces?

A

zuurstofarme milieu en lage ph -> drainage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is clostridium difficile enterocolitis

A

overgroei van clostridium difficile in lumen colon -> toxines -> ontsteking darm met pseudomembraan vorming -> waterige diarre met bloed en koorts
zelden evolutie toxisch megacolon
komt dus door selectie door antimicrobiele middelen

17
Q

wat is clostridium difficile enterocolitis

A

overgroei van clostridium difficile in lumen colon -> toxines -> ontsteking darm met pseudomembraan vorming -> waterige diarre met bloed en koorts
zelden evolutie toxisch megacolon
komt dus door selectie door antimicrobiele middelen