1 Flashcards
Soort
Een groep individuen die zich alleen onderling kan voortplanten
Taxomonie
Een systematische indeling op basis van kenmerken
Taxa (taxon)
Groepen die op basis van een taxonomie onderscheiden kunnen worden
Aristoteles - indeling
op basis van fenotypische kenmerken (bijv. hebben bloed, aantal poten)
Binominale nomenclatuur
Aanduiding soort met 2 namen: eerst geslachtsnaam, daarna soortaanduiding
Sleutel (taxonomie)
Een verzameling vragen, waarbij antwoorden naar volgende vragen verwijzen, die je uiteindelijk vertellen met welke soort je te maken hebt
2 processen die soorten kunnen ondergaan
- verandering (zoals drift en adaptatie)
2. splitsing (soortvorming)
Fylogenetische boom
Veranderende soort wordt met een lijn aangeduid (met tijdas)
Gemeenschappelijke voorouder
Voorouder van twee of meer verschillende soorten
Fylogenie
Taxonomie gebaseerd op evolutionaire geschiedenis
Monofyletische groep / clade
Een groep soorten met dezelfde gemeenschappelijke voorouder
Verschil fylogenie en taxonomie
Fylogenie = indeling gebaseerd op evolutionaire geschiedenis Taxonomie = indeling gebaseerd op bepaalde eigenschappen
3 toepassingen fylogenie
- reconstructie van voorouderlijke eigenschappen (bijv. via DNA)
- infectiehaarden identificeren
- tumorevolutie
Alignment
stukken DNA van verschillende soorten worden zó naast elkaar geplaatst, dat de posities waarschijnlijk in evolutionaire zin overeenkomen
Maximum parsimony
Boom met zo min mogelijk aannames (bijv. zo min mogelijk mutaties)
Parsimony score
Het aantal mutaties dat nodig is om de data te verklaren