09/2023-1 Flashcards
voetspoor, -indruk of -afdruk
vestigio
vestigios = overblijfselen, resten, sporen, tekenen van
creador
maker, schepper
artífice
artista
ambachtelijk kunstenaar
ambachtsman, handwerksman, vakman
el Sumo/Supremo Artífice
de Maker, de Schepper
losgetornd
van textie of kleding
descocido
veel pratend
que habla mucho kleppend of indiscreet
descocido
schoondochter
nuera
veel zorg besteden aan
poner mucho celos en..
celo = ijver, vlijt, zorg
verteerd door jaloezie
devorado por los celos
envidia jaloezie, afgunst
makelij
manera de estar hecho
hechura
wij zijn schepselen van God
somos hechuras de Dios
schepping, product, voortbrengsel
bloedvergieten
efusión de sangre
efusion = uitstroming, uitvloeiing
con efusión
hartelijk, innig
schrijnen
branden, bijten
escocer
ik heb een schrijnende lip
me escuece el labio
beul
scherprechter
el verdugo
de dop verwijderen van
destaponar
steile kust
klif
el acantilado
steengroeve
la cantera
werkplaats
atelier
el obrador
naaiatelier, confectieatelier
obrador de modista= modeatelier,
ademnood, benauwdheid
smart pena
beklemming, angst angustia
la congoja
terugkeer
la torna
de kansen zijn gekeerd
se han cambiado/vuelto las tornas
verklaring, proces-verbaal
el atestado
verbaliseren, proces-verbaal opmaken
instruir el/un atestado
lap, doek
trapo
negatief: vod
met volle zeilen, met volle kracht
a todo trapo
verweerd, gebruind
(van gezicht bronceado)
curtido
curtir = looien
een aardige jongen
bijv. gebruikt
un chico majo
maar ook leuk, knap of aantrekkelijk
een maatje
een vriend, een´ouwe jongen´
un majo
rottigheid
gelazer, shitzooi, gesodemieter, rotklus
el marrón
ik zat er mooi mee opgezadeld
tuve que tragarme el marrón
tweevoudig kampioen
bicampeón
opdragen, toevertrouwen
belasten met
encomendar
encomendar a u.p. que haga u.c.
iem. opdragen iets te doen
heel groot huis
el caserón
huid
(vaak van het gezicht)
el cutis
piel
uitbarsting
uitval
sneer
el exabrupto
bang, angstig
bang (gemaakt) zijn
amedrentado
estar amedrentado