0-1200 P8 Flashcards
gezicht
face
verstaan
to understand
wang
cheek (mejilla)
vaak
often, frequently
nergens
nowhere
bewijzen
to prove (probar)
regel
rule
laag
low
afstand
distance
om
to, for
naar
to, for
weer
again, weather
toch
yet, right?
blijven
to stay
zoals
as, such as
eigen
own
even
for a bit
steeds
always
stellen
to set, adjust
anders
different, otherwise
hen
them
lijken
seem, appear
achter
behind
elk, ieder
each, any / every
zeer
very
trekken
to pull
keer
times
vooral
especially, mostly
noemen
to mention, call
belangrijk
important
zaak
matter, case
bijna
almost, nearly
heen
away
deel
part, portion
gebeuren
to happen
allemaal
all of them
roepen
call (llamada)
zin
(sentido) sentence
eigenlijk
actually
daarom
therefore
slaan
to beat (vencer)
geloven
to believe
daarna
afterwards
beide
both
nou
well
zoveel
as much as
hoeven
(pezuñas) / need
gevolg
consequence
opniuew
again
bovendien
moreover