0-1200 P11 Flashcards
helder
bright, clear
straks
later
vaststellen
to determine, establish
aannemen
adopt, take (tomar)
besluit
decision
voorlopig
provisional
stevig
firm, firmly, solid
tegenstelling
contrary
traan
tear (lágrima)
twijfel
doubt
aldus
thus (así)
delen
to share
glijden
to slide (deslizarse)
vervullen
fullfill (cumplir)
bespreken
to discuss
uitgaan
going out (salir)
onderneming
company, enterprise
spoor
track (pista)
thans
now
redden
to rescue
afhankelijk
dependent
verkeren
to be wrong
letten
pay attention
aanleiding
reason
slot
lock
gehouden
kept
middag
afternoon
bevestigen
to confirm, affirm
heerlijk
delicious, lovely
geur
smell, odor
buik
belly, abdomen
eerlijk
honest, fair
verkeerd
wrong
flink
hefty (fuerte)
voordeel
benefit, advantage
intussen
meanwhile
herhalen
to repeat
geestelijk
mental/ly
onderling
between themselves
smaak
taste (gusto)
kruipen
to crawl (arrastrarse)
tevreden
satisfied
waard
worth
besteden
to spend
verbazen
to amaze
slag
battle
woede
anger (enfado)
overeind
upright (vertical)