Zuur-base Flashcards

1
Q

Waarom is pH zo belangrijk?

A

Voor de optimaliteit van eiwitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Buffers

A

HCO3- / CO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Belangrijke waarden

A

pH = 7,4 (7,35 - 7,45)
pCO2 = 40 (35-45)
HCO3- concentratie = 24 mmol/l (22-26)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Acidose (te veel H+)

A
  • PCO2 te hoog
  • Te weinig HCO3
  • Te veel H+
    Oorzaken: Astma, diabetes, diarree, emfyseem, renale tubulaire acidose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Alkalose (te weinig H+)

A
  • PCO2 te laag
  • Te veel HCO3
  • Te weinig H+
    Hyperventileren, overgeven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

CO2 uitscheiding (vluchtig zuur)

A

Verandert tijdens transport in HCO3 en tijdens uitscheiding weer in CO2
Gereguleerd door ademhalingscentrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

H+ uitscheiding (niet-vluchtig zuur)

A

H+ + HCO3 -> H2O + CO2, CO2 uitscheiden, leidt tot overbelasting ademhalingspieren en HCO3 tekort -> geen langhoudbare situatie.
Nier neemt het op -> H+ uitgescheiden gekoppeld aan ammoniak, fosfaat, creatinine en HCO3- weer opgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Diagnose zuur-base stoornissen

A

1) Medische geschiedenis + anamnese
2) ASTRUP (arteriële bloedgasanalyse) -> je krijgt pH, PO2 en PCO2 -> berekening bicarbonaat en base excess
3) Veneuze electrolieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Base excess (base overschot)

A

BE = 0, respiratoire oorzaak
BE > 0, metabole alkalose
BE < 0, metabole acidose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Normaal aniongap

A

HCO3- is vervangen door CL

Oorzaken: renale tubulaire acidose, diarree, koolzuurahnydraseremmers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verhoogd aniongap

A

HCO3- vervangen door een ander ion

Diabetes, vasten, ischemie of overdosis methanol, ethyleen, glycol of aspirine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verdediging tegen pH verandering

A

Buffers, alveolaire ventilatie, zuur/base uitscheiding door de nier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

NAE

A

Netto zuur excretie, 70 mol/dag in nier, longen 15 mol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verwijdering zuur

A

Stap 1) buffer -> nadeel buffercapaciteit gaat omlaag
Stap 2) Nier, uitscheiden protonen gekoppeld met productie van nieuw bicarbonaat
- 40% in fosfaat = titreerbaar
- 60% NH3 = niet titreerbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurt er met ammoniak

A

Geen zuurbelasting - NH4 naar lever -> ureum
Wel zuurbelasting - protonpomp op a-intercalaircel open NH3 wil naar zuurste milieu -> urine (kan niet terug door ammoniumtrap)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Acidose

A

PCO2 omhoog -> pH omlaag -> verhoogde NAE
Meer aanmaak NH3
In proximale tubulus - meer poorten geopend en meer poorten gemaakt
In verzamelbuis - protonpomp extra geactiveerd en meer protonpompen

17
Q

Alkalose

A

Verzamelbuis - aanmaak B-intercalair cel

Pendrin pompt HCO3- naar urine, protonpomp naar bloed

18
Q

Volumedepletie

A

Baroreceptoren, RAAS, Na+ retentie -> NAE omhoog, gaat gepaard met Na+ retentie door angiotensie II en noradrenaline