zouten Flashcards

1
Q

naamgeving zouten:
Na2SO4

A

natriumsulfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

naamgeving zouten:
CaCO3

A

calciumcarbonaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

naamgeving zouten:
Ca(HCO3)2

A

calciumwaterstofcarbonaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

naamgeving zouten:
KHSO4

A

kaliumwaterstofsulfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

naamgeving zouten:
Na3PO4

A

natriumfosfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

naamgeving zouten:
Na2HPO4

A

natriumwaterstoffosfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

naamgeving zouten:
NaH2PO4

A

natriumdiwaterstoffosfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

naamgeving zouten:
Ca(H2PO4)2

A

calciumdiwaterstoffosfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

naamgeving zouten:
Ca3(PO4)2

A

calciumfosfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

naamgeving zouten waarin kation meerdere ladingen kan hebben:
FeCl2

A

ijzer(2+)chloride

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

naamgeving zouten waarin kation meerdere ladingen kan hebben:
FeCl3

A

ijzer(3+)chloride

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

naamgeving zouten waarin kation meerdere ladingen kan hebben:
FeSO4

A

ijzer(2+)sulfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

naamgeving zouten waarin kation meerdere ladingen kan hebben:
Fe2(SO4)3

A

ijzer(3+)sulfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

naamgeving zouten waarin kation meerdere ladingen kan hebben:
HgCl2

A

kwik(2+)chloride

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly