zomer Flashcards

1
Q

op welke parallel vallen de stralen loodrecht in?

A

de kreeftskeerkring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

valt de schaduwlijn samen met de aardas?

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

lengte dag en nacht aan evenaar

A

dag = nacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

lengte dag en nacht in NH

A

dag > nacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

lengte dag en nacht in ZH

A

dag < nacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

lengte dag en nacht in NP-gordel

A

pooldag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

lengte dag en nacht in ZP-gordel

A

poolnacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

in het noordelijk halfrond: begin van de

A

zomer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

in het zuidelijk halfrond: begin van de

A

winter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wanneer begint de zomer

A

21 juni

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly