Zinnen Hoofdstuk 1 Flashcards
Was für KLEIDUNG/SCHUHE magst du?
Welke kleding/schoenen vind jij leuk?
Trägst du eher BEQUEME/MODISCHE kleidung?
Draag je liever comfortabele/modieuze kleding?
Ich mag FARBIGE/SPORTLICHE kleidung
Ik houd van kleurrijke/sportieve kleding
Ich trage was IN IST/MIR GEFÄLLT
Ik draag wat in is/ me bevalt
Welche schuhe findest du COOL/HÄSSLICH?
welke schoenen vind je mooi/lelijk
SHUHE MIT HOHEN ABSÄTZEN/SPORTSHUHE gevallen mich nicht
Schoenen met hoge hakken/ sportschoenen bevallen me niet
Kaufst du SECONDHANDKLEIDUNG/MARKENKLEIDUNG?
Koop jij tweedehandskleding/ merkkleding?
MEISTENS/MANCHMAL Kaufe Ich SECONDHANDKLEDUNG/MARKENKLEIDUND
Meestal/soms koop ik tweedehands kleding/ merkkleding
Wo gibt es die besten Angebote?
Waar zijn de beste aanbiedingen?
Die besten Angebote gibt es IM INTERNET/ IM SCHLUSSVERKAUF
De beste aanbiedingen zijn er op internet/ in de uitverkoop
Warum ist MODE/STYLING wichtig für dich?
Waarom is mode/styling belangrijk voor je?
MODE/STYLING interessiert mich (nicht) Weil MEINE FREUNDE DENSELBEN STIL HABEN/ ICH MEIN EIGENES DING MACHE
Styling/ mode interesseert mij (niet) omdat mijn vrienden dezelfde stijl hebben/ ik mijn eigen ding doe
Was hältst du von Fair-Trade-Kleidung
Wat vind je van fairtradekleding
Für Mich ist das nicht so interessant, denn ICH FINDE SIE ZU TEUER Ich finde das sinnvoll, Weil DIE ARBEITERINNEN UNDER ARBEITER ANGEMESSEN BEZAHLT WERDEN
voor mij is dat niet zo interessant want ik vind het te duur ik vind dat zinvol omdat de arbeiders eerlijk betaald worden