zinnen Flashcards
1
Q
kan ik een afspraak maken
A
can i make a appointment
2
Q
ik wil graag een afspraak maken
A
i would like to make a appointment
3
Q
kan ik de dokter spreken
A
can i see the docter please
4
Q
dedokter zou u om 2 uur kunnen spreken
A
the docter could see yu at two o clock
5
Q
hoe gaat het met u
A
how are you
6
Q
hoe is het met u voet
A
how are you feet
7
Q
wat is er gebeurd
A
what hass happend
8
Q
wat is er aan de hand
A
wats the matter
9
Q
is alles goed
A
is everything all right
10
Q
ik heb me hoofd bezeerd
A
i’ve hurt my head
11
Q
het gaat goed met me
A
i’m fine
12
Q
ik heb mijn teen gebroken
A
i’ve broke my toe
13
Q
het is zwaar gekenusd
A
it’s badly bruised
14
Q
het komt wel goed met me
A
i’ll be fine
15
Q
kun je me helpen
A
can you help me
16
Q
ik zal je wel helpen
A
let me help you
17
Q
laat eens even zien
A
lets have a look
