zinnen Flashcards
Tu as quel âge ?
Hoe oud ben jij ?
Tu viens de quel pays ?
Uit welk land kom jij ?
Aujourd’hui nous sommes le premier janvier .
Vandaag zijn we de eerste januari .
Je ne comprends pas cette phrase .
Ik begrijp die zin niet .
Excusez-moi il est quelle heure s’il vous plait ?
Excuseer ,hoe laat is het alstublieft ?
Quand il pleut ,je reste à la maison .
Waneer het regent ,blijf ik thuis .
Je vais toujours à pied .
Ik ga altijd te voet .
Je joue ou je travaille sur mon ordinateur .
Ik speel of ik werk op mijn computer .
Tu t’appelles comment ?
Hoe heet jij?
Quand je suis triste , j’ai besoin d’un copain .
Waneer ik verdrietig ben ,heb ik een vriend nodig .
Je cherche un magasin .
Ik zoek een winkel .
C’est à quelle page madame ?
Op welke pagina is dat ,mevrouw ?
Je peux aller aux toilettes s’il vous plait ?
Mag ik naar toilet gaan alsjeblieft ?
Encore une fois !
Nog een keer !
Tout le monde ,écoute-moi .
Luister naar mij allemaal .
Oui ,j’ai fait l’exercice monsieur .
Ja, meneer ,ik heb de oefening gemaakt .
Oui ,je suis arrivé ! Un grand merci !
Ja , ik ben aangekomen ,ontzettend bedankt!
Moi, je rentre à la maison .
Ik ,ik keer terug naar huis .
J’ai faim , tout le monde est déjà là?
Ik heb honger ,is iedereen er al ?
Je parle un peu français ,mais pas beaucoup .
Ik praat een beetje Frans ,maar niet zo veel .
J’ai mal au ventre .
Ik heb pijn aan mijn buik .
J’ai oublié mon livre à l’école .
Ik heb mijn boek op school vergeten .
tu as un crayon pour moi ?
Heb jij een potlood voor mij ?
Non ,il ne neige pas souvent .
Nee ,het sneeuwt niet vaak .
