Zenuwstelsel Flashcards

1
Q

Witte stof (ruggenmerg)

A

door de myelineschedes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Grijze stof (ruggenmerg)

A

door de zenuwcellichamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ganglion spinale

A

verzameling van zenuwcellichamen in de dorsale radix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ramus dorsale

A

gaat epaxiaal deel van de thorax innerveren
- ramus medius => myotoom (innervatie spieren)
- ramus lateralis => dermatoom (innervatie huid)
! per spinale zenuw 1 dermatoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ramus ventrale

A

gaat hypaxiaal deel van de thorax innerveren
- ramus medius => myotoom
- ramus lateralis => dermatoom
! per spinale zenuw 1 dermatoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ruptuur van de tussenwervelschijf

A

de nucleus pulposus kan hierdoor uitpuilen en drukt op zenuwen en bloedvaten met als gevolg het vervallen van de functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verval zenuw voor T2

A

letsels aan het voorste lidmaat (heel ver naar voor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vanaf C6

A

radix dorsaliis nog steeds per segment maar radix ventralis gaan vermelten en vormen op die manier ene netwerk = plexus brachialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gemengde zenuw

A

is zowel sensiebel als motorisch

= takjes naar zowel de huid als naar de spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Aftakkingen plexus brachialis (8)

A
  • n. suprascapularis
  • n. subscapularis
  • n. musculocutaneus
  • n. radialis
  • n. axillaris
  • n. medianus
  • n. pectorales
  • n. ulnaris
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

n. suprascapularis

A
  • C6, C7
  • zuiver motorisch
  • ligt op een kwetsbaare plaats = grotere kans op uitval => Sweeney
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

n. suprascapularis I

A
  • m. supraspinatus

- m. infraspinatus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

n. suprascapularis V

A
  • ontstaat uit voorste gedeelte van plexus brachialis
  • dringt tussen m. subscapularis en m. supraspinatus naar de laterale zijde van collum scapulae
  • loopt samen met de a. suprascapularis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sweeney

A

Afwijking bij het uitvallen van de n. suprascapularis
m. supraspinatus kan functie niet meer uitoefenen = strekken van de schouder
m. infraspinatus kan functie niet meer uitoefenen = strekken + buigen van de schouder en functie als laterale collateraalband
=> Strekfunctie wordt vervangen door m. biceps, m. brachiocephalicus, m. pectorales
=> Functie als laterale collateraalband kan niet worden opgelost door een andere spier. Gevolg = schouder gaat naar buiten klappen

Bovendien gaan de spieren enorm atrofiëren en wordt de spina scapulae duidelijker zichtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

n. subscapularis

A
  • C6, C7, C8

- zuiver motorisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

n. subscapularis I

A
  • m. subscapularis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

n. subscapularis V

A
  • onstaat uit plexus brachialis
  • de verschillende zenuwvezels lopen lateraal van de plexus brachialis
  • liggen bovenop de m. subscapularis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

n. musculocutaneus

A
  • C7, C8

- gemengd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

n. cutaneus antebrachii medialis (n. musculocutaneus) V

A

Eq tot ondervoet
Ru fusie met n. cuteneus antebrachii lateralis thv carpus
Carn eindigt boven de carpus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

ramus communicans

A

Extra tak bij kleine huisdieren

Staat in verbinding met n. medianus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

n. musculocutaneus I

A
  • buigers van de elleboog

- dorsomediale huid van de onderarm, carpus, metacarpus en de tenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

n. musculocutaneus V

A
  • ontstaat uit plexus brachialis, caudaal van n. suprascapularis
  • loopt lateraal van a. axillaris
  • vormt bij GHD samen met de n. medianus een ring rond de a. axillaris = ansa axillaris
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

n. musculocutaneus A

A
  • ramus muscularis proximalis
  • ramus muscularis distalis
  • n. cutaneus antebrachii medialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

ramus muscularis proximalis V

A

ontstaat thv a. circumflexa humeri cranialis en dringt samen met deze arterie tussen de twee delen van de m. coracobrachialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

ramus muscularis proximalis I

A
  • m. coracobrachialis

- m. biceps brachii

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

ramus muscularis distalis V

A

ontstaat halverwege de humerus mediaal van de m. biceps brachiii

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

ramus muscularis distalis I

A

grootste deel van m. brachialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

n. cutaneus antebrachii medialis V

A

loopt eerst tussen humerus en m. biceps brachii, vervolgens tussen m. biceps bachii en m. brachialis en komt dan tussen m. brachialis en m. extensor carpi radialis aan de oppervlakte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

n. axillaris

A
  • C6, C7, C8

- gemengd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

n. axillaris I

A
  • buigers van het schoudergewricht

- huid craniaal van de boven- en onderarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

n. axillaris V

A
  • ontstaat uit het midden van de plexus brachialis
  • drait met a. circumflexa humeri caudalis naar de buigblakte van het schoudergewricht
  • kruipt tussen m. subscapularis en m. teres major
  • kruipt tussen caput longum en caput laterale van m. triceps brachii
  • de huidtak komt aan de achterrand van de m. deltoideus over het caput laterale van m. triceps brachii tevoorschijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

n. axillaris A

A
  • rr. muscularis
  • n. cutaneus brachii lateralis cranialis
  • n. cutaneus antebrachii cranialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

n. cutaneus brachii lateralis cranialis I

A

huid lateraal van de bovenarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

n. cutaneus antebrachii cranialis V

A

komt tevoorschijn aan de achterrand van m. deltoideus over caput laterale van m. triceps brachii, draait naar de dorsolaterale vlate van de onderarm om thv da carpus te eindigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

n. cutaneus antebrachii cranialis I

A

huid van de buigblakte van de elleboog en de dorsolaterale vlajte van de onderarm tot boven de carpus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

nn. pectorales

A
  • C7,C8,T1

- zuiver motorisch behalve n. thoracicus lateralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

nn. pectorales A

A
  • nn. pectorales cranialis
  • nn. pectorales caudales
  • n. thoracicus longus
  • n. thoracodorsalis
  • n. thoracicus lateralis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

nn. pectorales craniales I

A
  • mm. pectorales superficialis

- m. subclavius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

nn. pectorales caudales I

A
  • m. pectorales ascendens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

n. thoracicus longus I

A
  • pars thoracis van m. serratus ventralis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

n. thoracodorsalis I

A
  • m. latissimus dorsi
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

n. thoracicus lateralis I

A

m. cutaneus trunci

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

n. radialis

A

TWIO

  • C6, C8, T1
  • gemengd
44
Q

Afwijking n. radialis

A

Wanneer een zwaar dier op de operatietafel ligt dan leunt deze met zijn borstkas op zijn onderarm waardoor de n. cutaneus antebrachii lateralis wordt geplets. Na een LANGE operatie is een kneuzing van deze zenuw mogelijk. De prikkel van het ruggenmerk naar de carpus en tenen en omgekeerd kan niet meer worden doorgegeven. Met het gevolg is dat alle strekkers van de tenen en de carpus uitvallen en dat de buigers overactief worden dus de carpus en de tenen zullen gebogen staan. Bij carn zien we tenslotte ook nog pronatie.

45
Q

n. radialis V

A
  • ontstaat uit het midden- en achterdeel van plexus brachialis
  • loopt caudaal van n. ulnaris
  • halverwege de bovenarm dringt de n. radialis aan dea chterrand van m. teres major naar lateraal
  • kruipt tusen caput mediale en caput longum van m. triceps brachii naar lateraal
  • komt tevoorschijn aan de laterale zijde van het voorbeen aan de onderzijde van caput laterale van m. triceps brachii
46
Q

n. radialis I

A
  • strekkers van de elleboog, carpus en van de tenen

- sensibele innervatie van de laterale zijde van het voorbeen vanaf de bovenarm tot en met de tenen

47
Q

n.radialis A

A
  • rr. musculares
  • n. cutaneus brachii lateralis caudalis
  • ramus profundus
  • n. cutaneus antebrachii lateralis
48
Q

rr. musculares V

A

caudaal van m. brachialis worden verschillende zenuwtakjes afgegeven

49
Q

rr. musculares I

A

m. triceps brachii, m. anconeus, m. tensor fasciae antebrachii

50
Q

n. cutaneus brachii lateralis caudalis V

A

ontstaat caudaal van m. brachialis lateraal van de bovenarm

51
Q

n. cutaneus brachii lateralis caudalis I

A

huid op caput laterale van m. triceps brachii

52
Q

ramus profundus V

A

volgt dea chterrand . brachialis, draait lateraal om de humerus naar de buigvlakte van de elleboog, vertakt zich proximaal op radius in de strekkers die liggen thv de onderarm

53
Q

ramus profundus I

A

m. brachialis
strrekkers carpus en teen
supinatoren (Carn)

54
Q

n. cutaneus antebrachii lateralis V

A

komt aan de onderrand van caput laterale van m. triceps brachii aan de oppervlakte

55
Q

n. cutaneus antebrachii lateralis I

A

Eq stopt boven de carpus
Ru fusie met n. cutaneus antebrachii medialis
Carn stopt op de tenen

56
Q

n. medianus

A
  • C7, C8, T1, T2

- gemengd

57
Q

n. medianus V

A

Ontstaat uit de plexus brachialis en vormt bij GDH een ansa axillaris tezamen met n. musculocutaneus. Loopt caudaal van m. coracobrachialis en craniaal van a. brachialis richting het ellebooggewricht. Na het afsplitsen van de n. musculocutaneus bij GHD of van n. ulnaris bij KHD loopt hij verder naar de mediale zijde van het ellebooggewricht. Ontvangt bij KHD proximaal van het ellebooggewricht een ramus communicans van n. musculocuteaneus. Loopt onder de m. pronator teres naar de caudale zijde van de onderarm samen met a. mediana

58
Q

n. medianus A

A
  • rr musculares
  • n. interosseus antebrachii
  • nn. digitales palmares
59
Q

rr. musculares V

A

worden afgegeven thv ellebooggewricht

60
Q

rr. musculares I

A

buigspieren van de carpus en teen: m. flexor carpi radialis, m. flexor digitorum superfixialis en m. flexor digitorum profundus behalve het caput ulnare + pronatoren + mediaal gedeelte van het ellebooggewricht

61
Q

n. interosseus antebrachii V

A

afsplitsing van de n. medianus thv spatium interosseum antebrachii proximale

62
Q

n. interosseus antebrachii I

A

periost van de onderarm

63
Q

nn. digitales palmares I

A

huid van de mediopalmaire zijde van de carpus, metacarpus en tenen

64
Q

n. ulnaris

A
  • T1, T2

- gemengde zenuw

65
Q

n. ulnaris V

A

tweede zwaarste tak die ontstaat uit de plexus brachialis.;; Loopt in caudoventrale richting, caudaal van a. brachialis, naar het ellebooggewricht

66
Q

n. ulnaris A

A
  • n. cuteaneus antebrachii caudalis
  • rr. musculares
  • r. dorsales
  • r. palamares
67
Q

n. cutaneu antebrachii caudalis V

A

ontstaat halverwege de bovenarm, duikt tussen m. tensor fasciae antebrachii en m. pectoralis transversus, komt sistaal van het olecranon aan de oppervlakte en vertakt zich in de huid. Loopt oppervlakkig verder in de ulnairspleet

68
Q

n. cutaneus antebrachii caudalis I

A

huid caudomediaal en caudolateraal van de onderarm tot de carpus

69
Q

rr. musculares V

A

de n. ulnaris loopt verder over de mediale zijde van het olecranon, caudaal van de epicondylus medialis van de humerus en duikt zo in de ulnairspleet samen met a. en v. collateralis ulnaris en zendt dan takjes af nar de spieren

70
Q

rr. musculares I

A

m. flexor carpi ulnaris, m. flexor digitorum superficialis en m. flexor digitorum profundus

71
Q

ramus dorslis V

A

wordt afgegeven proximaal van het os accessorium, kruipt tussen de twee ulnairspieren naar lateraal, loopt verder op de dorsale zijde van de carpus en metacaprus

72
Q

ramus dorsalis I

A

huid dorsolateraal op de carpus, metacarpus en tenen

73
Q

ramus palmaris V

A

wordt afgegeven proximaal van het os accessorium, loopt verder langs de mediale zijde van het os accessorium en langs de laterale rand van de buigpezen

74
Q

ramus palmaris I

A

m. interosseus medius en caudolaterale huid van de metacarpus en tenen

75
Q

Dorsale zijde ondervoet Eq

A
  • n. digitalis dorsalis communis II

- n. digitalis dorsalis communis III

76
Q

n. digitalis dorsalis communis II V (Eq)

A

ontstaat uit ramus cranialis van n. cutaneus antebrachii medialis, ligt tussen pijn en mediaal griffelbeentje, eindigt thv het kogelgewricht

77
Q

n. digitalis dorsalis communis III V (Eq)

A

is de verderzetting van ramus dorsalis van n. ulnaris, ligt tussen pijp en lateraal griffelbeetnje, eindigt thv kogelgewricht

78
Q

Palmaire zijde ondervoet (Eq)

A
  • n. palmaris medialis
  • n. palmaris lateralis
  • ramus communicans
  • ramus palmaris van n. ulnaris
79
Q

n. palmaris medialis (Eq) V

A

onstaat uit n. medianus boven de carpus, loopt langs de mediale zijde van de dpiere buiger, ligt halverwege de pijp caudaal van de gelijknamige vene en arterie en gaat thv het kogelgewricht over in n. digitalis palmaris medialis

80
Q

n. palmaris lateralis (Eq) V

A

is de verderzetting van n. palmaris lateralis die ontstaat uit n. medianus boven de caprus, loopt langs de mediale zijde van het os accessorium, loopt langs laterale zijde van de diepe buiger, ligt halverwege de pijp caudaal van de gelijknamige vene en arterie . gaat thv het kogelgewricht over in n. digitalis palmaris lateralis

81
Q

n. palmaris lateralis (Eq) A

A
  • ramus profundus

- ramus dorsalis

82
Q

ramus communicans (Eq) V

A

halverwege de metacarpus zijn n. palmaris lateralis en n. palmaris medialis met elkaar verbonden door een ramus communicans, die schuin van medioproximaal naar laterodistaal loopt

83
Q

ramus palmaris van n. ulnaris (Eq) V

A

loopt thv mediale zijde van os accessorium uit in n. palmaris lateralis van n. medianus

84
Q

dorsale zijde ondervoet Ru

A
  • n. digitalis dorsalis medialis

- n. digitalis dorsalis lateralis

85
Q

n. digitalis dorsalis medialis (Ru) V

A

ontstaat uit de versmelting tussen n. cutaneus antebrachii medialis (n. musculocutaneus) en n. cutaneus antebrachii lateralis ((n. radialis) boven de carpus, deelt zich halverwege de metacarpus op in een mediale en een laterale tak

86
Q

n. digitalis dorsalis medialis (Ru) A

A
  • n. digitalis dorsalis communis III

- n. digitalis dorsalis communis II

87
Q

n. digitalis dorsalis communis III (Ru) V

A

loopt axiaal op de kogel

88
Q

n. digitalis dorsalis communis II (Ru) V

A

ligt thv da kogel craniaal van de palmaire leidingen

89
Q

n. digitalis dorsalis lateralis (Ru) V

A

is de verderzetting van ramus dorsalis van n. ulnaris, loopt verder als n. digitalis dorsalis proprius IV abaxialis craniaal van de palmaire leidingen

90
Q

palmaire zijde van de ondervoet Ru

A
  • n. digitalis palmaris communis II
  • n. digitalis palmaris communis III
  • ramus communicans
  • ramus palmaris van n. ulnaris
91
Q

n. digitalis palmaris communis (Ru) II V

A

volgt a. digitalis palmaris communis II naar de voorzijde van de mediale bijklauw waar ze tussen de gelijknamige vene en arterie ligt

92
Q

n. digitalis palmaris communis II (Ru) A

A
  • n. digitalis palmaris proprius II axialis

- n. digitalis palmaris proprius III abaxialis

93
Q

n. digitalis palmaris communis III (Ru) V

A

volgt a. digitalis palmaris communis III naar de tussenspleet

94
Q

n. digitalis palmaris communis III (Ru) A

A
  • n. digitalis palmaris proprius III axialis

- n. digitalis palmaris proprius IV axialis

95
Q

ramus communicans (Ru) V

A

loopt palmair van de buigpezen naar lateraal en versmeelt daar met ramus superficialis van ramus palmaris van n. ulnaris

96
Q

rmaus palmaris van n. ulnaris (Ru) V

A

loopt mediaal van het haakbeentje

97
Q

ramus palmaris van n. ulnaris (Ru) A

A
  • ramus profundus

- ramus superficialis

98
Q

Dorsale zijde ondervoet Carn

A
  • ramus medialis van n. cutaneus antebrchii lateralis
  • ramus lateralis van n. cutaneus antebrachii lateralis
  • ramus dorsalis van n. ulnaris
99
Q

ramus medialis van n. cutaneus antebrchii lateralis (Carn) A

A
  • n. digitalis dorsalis communis I

- n. digitalis dorsalis II abaxialis

100
Q

ramus lateralis van n. cutaneus antebrchii lateralis (Carn) A

A
  • nn. digitalis dorsales communes II, III en IV
101
Q

ramus dorsalis van n. ulnaris (Carn) V

A

ligt op de dorsolaterale vlakte van de ondervoet

102
Q

ramus dorsalis van n. ulnaris (Carn) A

A

n. digitlais dorsalis V abaxialis

103
Q

palmaire zijde ondervoet Carn

A
  • ramus medialis van n. medianus
  • ramus lateralis van n. medianus
  • ramus palmaris van n. ulnaris
104
Q

ramus medialis van n. medianus (Carn) A

A

n. digitales palmares communes I en II

105
Q
  • ramus lateralis van n. medianus (Carn) A
A

n. digitales pallmares communes III

106
Q

ramus palmares van n. ulnaris (Carn) A

A
  • ramus profundus

- ramus superficialis

107
Q

Wat doen bij paard dat mankt?

A

Geleidingsanaesthesie uitvoeren = zenuwen verdoven om te kijken of paard dan nog mankt, indien nee = oorzaak gevonden, indien ja = verder werken. Wordt uitgevoerd van distaal naar proximaal.
- distale neurectomie: regio straalbeentje wordt gevoelloos
- proximale neurectomie:hoger sneetje maken
Nadeel: nagel wordt ook niet meer opgemerkt