Lymfevaten en -knopen Flashcards
1
Q
Klinisch belang?
A
Bepaalde lymfeknopen zijn bij bepaalde diersoorten palpeerbaar en kunnen op die manier een indicatie geven over waar het probleem zicht bevindt
2
Q
Lymfevaten en -knopen in de thorax (6)
A
- Lc thoracicum dorsale
- Lc thoracicum ventrale
- Lc mediastinale
- Lc bronchale
- Ductus thoracicus
- Truncus trachealis
3
Q
Ln caudalis van lc mediastinale
A
Aanwezig bij rund => zeer groot en dus goed palpeerbaar
4
Q
Chylothorax
A
Afwijking: ruptuur van d. thoracicus met als gevolg dat er lymfevocht in de thorax terecht komt
5
Q
Lymfevaten en -knopen thv voorbeen (3)
A
- Lc cervicale superfixiale
- Lc cervicale profundum
- Lc axillare
6
Q
Ln axillaris
A
- Ln axillaris => KHD
Ligt in de okselholte en is goed palpeerbaar bij KHD omdat de oksel daar gemakkelijk kan worden opgehefd - Ln cubitalis => Eq
7
Q
Lc cervicalis superficialis
A
= Boeglymfeknoop = groepering van verschillende lymfeknopen tot 1 grote, dikke lymfeknoop
Goed palpeerbaar bij Ru, Carn.
Loopt onder de m. brachiocephalicus en de m. omotransversarius
8
Q
Lc. cervicalis profundus
A
- cranialis
- medii
- caudalis
liggen op het verloop van de trachea maar te diep om te palperen