Zaakwaarneming, Onverschuldigde Betaling En Ongerechtvaardigde Verrijking Flashcards
Zaakwaarneming
Het behartigen van een anders belang art. 6:198. Zaakwaarneming kan gelegen zijn in een feitelijke handeling (het redden van persoon of zaak), maar ook in het verrichten van een rechtshandeling ( het sluiten van een overeenkomst). Degene die de handeling verricht wordt zaakwaarnemer genoemd en degene wiens belang wordt behartigd heet belanghebbende.
Vereisten zaakwaarneming
- Men moet willens en wetens het belang van een ander behartigen.
- Voor de belangenbehartiging moet een redelijke grond bestaan.
- Van zaakwaarneming is geen sprake, als reeds uit een rechtshandeling of uit een elders in de wet geregelde rechtsverhouding een bevoegdheid tot de belangenbehartiging voortvloeit (optreden vanuit volmachtverlening, wettelijke vertegenwoordiger) ouder, voogd en curator.
3 Verbintenissen van de zaakwaarnemer
- Hij moet bij de waarneming de nodige zorg betrachten.
- Hij moet, voor zover dit redelijkerwijze van hem kan worden verlangd, een eenmaal begonnen waarneming voortzetten.
- Hij moet jegens de belanghebbende verantwoording van zijn daden afleggen.
3 Verbintenissen van de belanghebbende
- Hij moet de zaakwaarnemer diens eventuele schade vergoeden.
- Hij moet de zaakwaarnemer een vergoeding voor zijn verrichtingen (loon) betalen, maar alleen als de waarnemer handelde ter uitoefening van beroep of bedrijf.
- De zaakwaarnemer is bevoegd de belanghebbende te vertegenwoordigen. Aldus kunnen voor de belanghebbende verbintenissen jegens een derde ontstaan. Situatie is vergelijkbaar met een gevolmachtigde. Als de waarnemer in naam van de belanghebbende een rechtshandeling verricht, valt hij er zelf tussenuit, en komt een rechtstreekse band tussen de belanghebbende en de derde met wie wordt gehandeld (art. 3:66 volmachttitel en art. 3.78)
Behoorlijkheidscriterium
Het behoorlijkheidscriterium ziet toe op de wijze waarop de zaakwaarneming wordt uitgevoerd (belanghebbende wordt naar behoren behartigd).
Betaling
Van betaling is sprake als iemand jegens een ander een prestatie verricht.
Onverschuldigd
Zonder rechtsgrond, zonder dat een rechtsfeit bestaat dat het verrichten van de prestatie rechtvaardigt.
4 gevallen van onverschuldigde betaling
- Betaling terwijl van een verbintenis in het geheel geen sprake is.
- Betaling op basis van een nietige rechtshandeling.
- Betaling op basis van een later met terugwerkende kracht vernietigde rechtshandeling.
- Betaling ter uitvoering van een rechterlijk vonnis dat later, in hoger beroep, wordt vernietigd.
Niet onverschuldigd
Van onverschuldigde betaling is geen sprake, als is gepresteerd op grond van een verbintenis die later zonder terugwerkende kracht komt te vervallen. Dit geval doet zich voor als een rechtshandeling wegvalt door het in vervulling gaan van een ontbindende voorwaarde (art. 3:38 en art. 6:22), of als een wederkerige overeenkomst wordt ontbonden wegens contractschending (art. 6:269). Door het ontbreken van terugwerkende kracht blijven de ontstaande verbintenissen voor het verleden onaangetast.
Rechtsgevolgen van onverschuldigde betaling
Een onverschuldigde betaling schept voor de ontvanger de verbintenis om de prestatie ongedaan te maken (art. 6:203); deze verbintenis ontstaat direct op het moment waarop de onverschuldigde betaling wordt verricht. In geval dat het gaat om verrichte werkzaamheden treedt een verbintenis tot waardevergoeding voor de teruggaveplicht in de plaats (art. 6:210 lid 2).
Onverschuldigde betaling publiekrecht
Onverschuldigde betaling bestaat niet alleen in het privaatrecht, maar ook in het publiekrecht. Hierbij kan gedacht worden aan uitkeringsinstanties die gelden terugeisen die ze ten onrechte hebben uitbetaald.
Verrijking
Van verrijking spreekt men niet alleen als iemand voordeel heeft behaald, maar ook wanneer hij nadeel heeft misgelopen. Dus ook wanneer bepaalde uitgaven niet behoeven te worden gedaan.
Ongerechtvaardigd
Ongerechtvaardigd is een verrijking, als daarvoor geen redelijke grond bestaat.
Ongerechtvaardigde verrijking
Belang van ongerechtvaardigde verrijking is gelegen, dat zij een verbintenis (tot schadevergoeding) kan doen ontstaan. Daartoe is verreist dat de verrijking ten koste van een ander geschied. Een ander moet schade hebben geleden, en er moet verband bestaan tussen de verrijking en deze schade.
Gerechtvaardigde verrijking
Een verrijking geschiedt niet ongerechtvaardigd als zij berust op een door de benadeelde verrichte rechtshandeling. De akkoordverklaring van de benadeelde rechtvaardigt dan het intreden van de verrijking. Evenmin is een verrijking ongerechtvaardigd als zij door de wet wordt gesanctioneerd. Een bezitter te goeder trouw heeft recht op de vruchten van het goed (art. 3:120).