Onrechtmatige daad en schadevergoeding Flashcards
Vijf vereisten voor aansprakelijkheid onrechtmatige daad
- Onrechtmatigheid
- Toerekenbaarheid
- Schade
- Causaal verband
- Relativiteit
Art. 6:162
Onrechtmatigheid
A. Een inbreuk op een recht
B. Een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht
C. Een dienst nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven rechtbank het maatschappelijk verkeer betaamt.
Rechtvaardigingsgrond
Een succesvol beroep van de dader op een rechtvaardigingsgrond doet zijn aansprakelijkheid vervallen.
Noodweer, noodtoestand, toestemming van de benadeelde, bevoegd gegeven ambtelijk bevel en wettelijk voorschrift (wetboek van strafrecht)
Toerekenbaarheid dader
De onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, wanneer deze daad te wijten is aan:
A. Zijn schuld
B. Een oorzaak die krachtens de wet voor zijn rekening komt
C. Een oorzaak die krachtens de verkeersopvattingen voor zijn rekening komt
Schade
Voorwaarde voor aansprakelijkheid is dat er schade geleden is
Causaal verband
Voor de vraag of de dader aansprakelijk is, moet blijkens voldaan zijn aan de ‘conditio sine qua non’ (csqn)-vereiste. Dit houdt in dat de schade door de onrechtmatige gedraging moet zijn veroorzaakt. Om te beoordelen of er een causaal verband bestaat, moet men zich telkens de vraag stellen of de schade zou zijn uitgebleven indien de onrechtmatige gedraging niet had plaatsgevonden.
Relativiteit
Er is alleen schadevergoedingsplicht als de geschonden norm strekt tot bescherming tegen de schade zoals de benadeelde die heeft geleden (6:163).
Correctie-Langemeijer
De gedraging is in strijd met ongeschreven normen van maatschappelijke zorgvuldigheid, die er wel toe strekken het belang van de benadeelde te beschermen
Kwalitatieve aansprakelijkheid
Sommige personen zijn aansprakelijk omdat zij een bepaalde hoedanigheid kwaliteit bezitten. Bijvoorbeeld ouder zijn van een kind, werkgever of bezitter van een dier.
Risicoaansprakelijkheid
Het betreft niet een aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatige gedragingen, maar voor de schade die aan derden wordt toegebracht door personen of zaken voor wie c.q. welke de wetgever hem verantwoordelijk stelt. Zij zijn, indien aan de daartoe gestelde vereisten is voldaan, aansprakelijk, ongeacht de vraag of hun enig verwijt treft.
Aansprakelijkheid voor ouders en kinderen
- kinderen onder de 14 jaar Niet aansprakelijk (6:164), de ouders van het kind zijn aansprakelijk in de vorm van risicoaansprakelijkheid
- kinderen van 14 en 15 jaar
Indien onrechtmatige gedraging kan benadeelde kind aansprakelijk stellen. Benadeelde kan ook ouders aansprakelijk stellen in de vorm van schuldaansprakelijkheid (met omgekeerde bewijslast) - kinderen van 16 jaar en ouder
Zijn zelf aansprakelijk, er rust op ouders geen kwalitatieve aansprakelijkheid meer.
Vereisten aansprakelijkheid voor ondergeschikten
- Het betreft een fout van een ondergeschikte, hetgeen betekent dat de ondergeschikte zelf aansprakelijk moet zijn op grond van art. 6:162. Kan de werknemer zich beroepen op een rechtvaardigingsgrond, dan is ook de werkgever niet aansprakelijk.
- De kans op de fout is door de opdracht tot het verrichten van deze taak vergroot.
- De werkgever heeft zeggenschap over de gedragingen waarin de fout was gelegen.
Risicoaansprakelijkheid werkgever
Regres
Werkgever kan regres nemen op de werknemer, dat wil zeggen dat hij het door hem betaalde bedrag van de werknemer kan terugvorderen.
Vereisten aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten
- Het betreft een niet-ondergeschikte;
- Deze verricht werkzaamheden ter uitoefening van het bedrijf opdrachtgever en;
- Pleegt bij die werkzaamheden een onrechtmatige daad jegens een derde.
Risicoaansprakelijkheid opdrachtgever
Vereisten aansprakelijkheid voor opstallen
Een bezitter is aansprakelijk indien:
- De opstal een gebrek vertoont, dat wil zeggen dat de opstal niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen; en
- De opstal daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert; en
- dit gevaar zich verwezenlijkt.
Aansprakelijkheid bij bedrijfsuitoefening
De aansprakelijkheid rust niet altijd op de bezitter. Wordt namelijk de opstal gebruikt in de uitoefening van een bedrijf, dan rust de aansprakelijkheid op degene die het bedrijft uitoefent (dit kan de eigenaar/bezitter zijn, maar ook een huurder), tenzij het ontstaan van de schade niet met de uitoefening van het bedrijf in verband staat.
Tenzij-regel
Onafhankelijk van de vraag of de bezitter in werkelijkheid al dan niet iets afwist van het gevaar, moet men uitgaan van een fictieve situatie, en wel dat de bezitter zag dat er een gebrek in de opstal ontstond en dusver gevaar kende op het moment dat dit ontstond. Vervolgens moet men zich afvragen of de bezitter op dat moment nog tijd zou hebben gehad om iets te doen om schade te voorkomen, ja of nee.
Aansprakelijkheid voor dieren
Het moet gaan om een eigen gedraging van het dier (op hol slaan, bijten) zonder dat het dier handelt overeenkomstig een gegeven instructie.
Tenzij-clausule: de bezitter is aan aansprakelijk, tenzij hij kan bewijzen dat aansprakelijkheid ontbreekt als hij de gedraging van het dier waarvoor de schade eer toegebracht, in zijn macht had gehad.
Vereisten voor productaansprakelijkheid
- Een gebrek;
- In een product;
- Van een producten;
- Schade;
- Causaal verband tussen gebrek en schade.
Begrip producent (art.6:187)
- De fabrikant van een eindproduct, grondstof of onderdeel.
- Hij die zich als producent presenteert door zijn naam, merk of ander onderscheidingsteken op het product aan te brengen.
- Degene die importeert in de Europese Economische Ruimte. Deze is aansprakelijk naast de onder 1 en 2 genoemde personen.
- De leverancier, maar alleen als 1 t/m 3 genoemde personen niet kunnen worden opgespoord.
Transactieschade
Voor schade aan het product zelf, moet de consument de verkoper aanspreken op grond van art. 7:24 voor schadevergoeding bij consumentenkoop.
Gevolgschade
De producent is aansprakelijk voor de gevolgschade, voor zover deze bestaat uit:
- schade door dood of lichamelijk letsel
- schade die door het gebrekkige product is toegebracht aan een andere zaak, mits die zaak voor gebruik in privésfeer is bestemd en daarvoor hoofdzakelijk is gebruikt. Hierbij geldt een franchise van €500.
100% regel
Aanrijdingen tussen een (niet-verzekerd) kind jonger dan 14 jaar een een automobilist, is dat in beginsel de eigenaar van de auto voor de gehele door het kind geleden schade aansprakelijk is, ook als de gedragingen van het kind in belangrijke mate tot het ontstaan van de aanrijding hebben bijgedragen.
50% regel
Als een fietser of een voetganger van 14 jaar of ouder door een motorvoertuig wordt aangereden, eist de billijkheid dat de eigenaar van dat voertuig in beginsel ten minste 50% van de schade van de fietser of voetganger vergoedt.
Medeschuld
Medeschuld speelt wanneer er tenminste twee aansprakelijken zijn jegens een benadeelde (art. 6:102).