Worte am Telefon Flashcards
1
Q
zeggen dat je even zult kijken of mevrouw Lürtzer aanwezig (op kantoor) is
A
Moment, Frau x, ich sehe mal nach, ob Frau Lützer da (im Büro) ist.
2
Q
ZEGGEN DAT JE ZULT DOORVERBINDEN
A
Ich verbinde Sie
3
Q
Zeggen dat je me de directeur zult doorverbinden
A
Ich verbinde Sie mit dem Direktor
4
Q
Zeggen dat je met de secretaresse zult doorverbinden
A
Ich verbinde Sie mit der Sekretärin
5
Q
Vragen om niet in te haken
A
Legen Sie nicht auf
6
Q
Vragen om aan het toestel te blijven
A
Bleiben Sie bitte am Apparat
7
Q
een ogenblikje geduld vragen
A
(Einen) Augenblick bitte