Die passenden Worte AIG2KP4 Flashcards
vragen of je mag samenwerken.
Dürfen wir zusammenarbeiten?
Vragen hoe men dat spelt.
Können Sie das mal buchstabieren?
vragen wat voor een cijfer je behaald hebt voor Engels
Welche Note habe ich in Englisch?
zeggen dat je wiskunde leuk vindt.
Mathe macht Spaß.
vragen naar welke school iemand gaat.
In welche Schule gehst du ?
vragen hoe iemands lesrooster eruitziet.
Wie sieht dein Studenplan aus?
Zeggen dat je voor geschiedenis altijd goede cijfers hebt.
In Geschichte habe ich immergute Noten.
vragen of je mag gaan zitten
Darf ich mich bitte hinsetzen
zeggen dat je je verontschuldigt, omdat je je verslapen hebt.
Entschuldigen Sie bitte, aber ich habe (mich) verschlafen.
zeggen dat je al uitkijkt naar de vakantie.
Ich freue mich schon auf die Ferien.
Zeggen dat het juiste woord je niet te binnen schiet.
Mir fällt das richtige Wort nicht ein.
Zeggen dat je vandaag een test voor Engels hebt.
Heute schreiben wir eine Englischarbeit.
Zeggen dat je voor geschiedenis altijd goede cijfers hebt.
In Geschichte habe ich immergute Noten.
vragen of je geslaagd bent voor het examen
Habe ich die Prüfung bestanden?
vragen of je nog wat kunt oefenen
Können wir noch ein wenig üben?