Words H2 § 3,4,5 Flashcards
bend
bocht
interchange
knooppunt
in the distance
in de verte
itinerary
reisschema
landmark
herkenningspunt
passer-by
voorbijganger
pedestrian
voetganger
to recognise
herkennen
shortcut
sluiproute
speed
snelheid
traffic jam
file
vehicle
voertuig
bestemming
destination
dichtbij
near
dienstregeling
timetable
fietser
cyclist
fietspad
bike lane
halte
stop
kruising
crossroads
openbaar vervoer
public transport
omdraaien
to turn
overstappen
to transfer
rijbaan
lane
stoep
side walk
tegenovergestelde
opposite
touringcar
coach
verkeersbord
road sign
verkeerslicht
traffic light
zebrapad
crosswalk
instappen
to get on
to beat
kloppen
cutting board
snijplank
fresh
vers
to grease
invetten
herb
kruid
hob
kookplaat
to melt
smelten
saucepan
steelpan
savoury
hartig
skill
vaardigheid
to soak
werken
spices
specerijen
stew
stoofschotel
to stir
roeren
tin
blikje
to toast
roosteren
whisk
garde
bakken (in een oven)
to bake
bakken (in een pan)
to fry
bloem,meel
flour
boter
butter
gedroogd
dried
ingrediënt
ingredient
koekenpan
frying pan
koken (voeibaar)
to boil
koken (klaarmaken)
to cook
kom
bowl
lievelings
favourite
mengen,mixen
to mix
recept
recipe
smakelijk,lekker
tasty
snijnden
to cut
toevoegen
to add
(voor)verwarmen
to (pre)heat
vullen
to fill
admission
toegang
amusing
vermakelijk
to attend
bijwonen
leisure
vrije tijd
line-up
muziekprogramma
memorable
gedenkwaardig
outing
uitje
pastime
tijdverdrijf
to sign up for
zich inschrijven voor
to take time off
vrij nemen
to take up sth
een hobby oppakken
worthwhile
de moeite waard
buitensport
outdoor sport
evenement
event
excursie
excursion
(iets) opgeven
to give (something) up
in de rij staan
to line up
jaarlijks
annual
kampvuur
campfire
komedie
comedy
lid worden (van)
to join
lui
lazy
meedoen aan
to take part in
meegaan
to bring (along)
menigte
crowd
ontspannen
to relax
opwindend,spannend
exciting
spectaculair
spectacular
uitslapen
to sleep in
wat er gelpand staat
what’s on
uit eten gaan/thuis
to eat out/in