Woordjes Toets Laatste Havo 5 Flashcards
1
Q
as well as
A
evenals
2
Q
indeed/ in fact
A
sterker nog
3
Q
futhermore/ in addition/moreover
A
bovendien
4
Q
after all
A
tenslotte
5
Q
as
A
omdat
6
Q
since
A
aangezien
7
Q
despite/ in spite of
A
ondanks
8
Q
however
A
echter
9
Q
neverthless
A
desalniettemin
10
Q
still/yet
A
toch
11
Q
whereas
A
terwijl
12
Q
although/though
A
hoewel
13
Q
conversely
A
daartegen
14
Q
if
A
als, indien
15
Q
provided
A
mits
16
Q
unless
A
tenzij
17
Q
initially
A
aanvankelijk
18
Q
once
A
zodra/ooit
19
Q
eventually
A
uiteindelijk
20
Q
consequently
A
met als gevolg
21
Q
hence
A
daarom, zodoende
22
Q
in short
A
kortom
23
Q
therefore
A
daarom
24
Q
thus
A
zo, op die manier, samenvattend
25
for example/ for instance
bijvoorbeeld
26
such as
zoals
27
admiring
bewonderend
28
approving
instemmend
29
matter-of-fact
geeft de feiten
30
objective
objectief, laat beide kanten zien
31
concerned
bezorgd
32
disapointed
teleurgesteld
33
disbelieving
gelooft het niet
34
indifferent
onverschillig
35
pessimistic
somber gestemd
36
amused
geamuseerd
37
cynical
cynisch
38
ironic
ironisch
39
joking
grapjes maken
40
sarcastic
sarcastisch
41
encourage
aanmoedigen
42
improve
verbeteren
43
oppertunities
mogelijkheden
44
progress
vooruitgang
45
significant
belangrijk
46
solve/solution
oplossen/oplossing
47
useful
nuttig
48
to blame
de schuld geven
49
harmful
schadelijk
50
to complain
klagen
51
counter
tegen
52
decline
dalen, daling
53
to lack
ontbreken
54
threat
dreiging
55
evidence
bewijs
56
expert
deskundige
57
inquiry
onderzoek
58
knowlegde
kennis
59
survey
onderzoek
60
report
verslag
61
scientific
wetenschappelijk
62
source
bron
63
course
vak
64
prove
bewijzen
65
crime
misdaad
66
community
gemeenschap
67
policy
beleid
68
poverty
armoede
69
measures
maatregelen
70
politics
politiek
71
environment
milieu
72
government
regering
73
to demand
eisen
74
in exchange
in ruil voor
75
peformance
prestatie, optreden
76
ability
bekwaamheid
77
to allow
toestaan
78
apparent
blijkbaar
79
average
gemiddeld
80
credit
erkenning
81
damage
beschadigen
82
indignant
verontwaardigd
83
to tent to
ertoe neigen om
84
amount
hoeveelheid
85
actually
in feite
86
aim/goal/purpose
doel
87
access
toegang
88
unlikely
onwaarschijnlijk
89
reason
reden
90
response
reactie
91
release
vrijgeven
92
range
bereik
93
predators
roofdieren
94
perhaps
misschien
95
variety
verscheidenheid
96
modify
aanpassen
97
praise
prijzen
98
obesity
overgewicht
99
weight
gewicht
100
to elaborate
uitbreiden
101
to tone down
afzwakken
102
undermine
ondermijnen
103
contradict
tegenspreken
104
criticise
bekritiseren
105
emphasise/stress
benadrukkenn
