Words 2 Flashcards
the kitchen
de keuken
the colour
de kleur
the coffee
de koffie
to cook
koken
to cost
kosten
the cold
de kou
the woman
de vrouw
to walk/ to hike
wandelen
what
wat
the weekend
het weekend
to feel like
zin hebben
to swim
zwemmen
the address
het adres
the car
de auto
to accompany
begeleiden
quite
best wel
to move
bewegen
blue
blauw
to stay
blijven
the book
het boek
to do the grocery shopping
boodschappen doen
the letter
de brief
the neighbour
de buurman
to thank
danken
to dance
dansen
the dancing lessons
de dansles
the door
de deur
to drink
drinken
the egg
het ei
terrible/ very
erg
to eat
eten
to cycle
fietsen
the movie
de film
soon
gauw
the luck/ the happiness
het geluk
the guitar
het gitaar
to like to do/ please
graag
hi
ha
the hobby
de hobby
to love
houden van
the house number
het huisnummer
every
ieder
everybody
iedereen
to jog
joggen
the time
de keer
free
vrij
awful
vreselijk
to play volleyball
volleyballen
to play soccer
voetballen
to fish
vis
to find
vinden
a lot, much
veel
this afternoon
vanmiddag
this evening
vanavond
the time
de tijd
to stay at home
thuisblijven
to play tennis
tennissen
the price
het tarief
to play
spelen
to Skype
skypen
to run
rennen
to travel
reizen
the postal code
de postcode
to play the piano
pianospelen
us
ons
the number
het nummer
never
nooit
nothing
niets
the nose
de neus
after
na
the music
de muziek
the mouse
de muis
tomorrow
morgen
beautifull
mooi
most of the time
meestal
to join
meegaan
the age
de leeftijd
